Op 13 maart 2025 is het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 bij de Tweede Kamer ingediend. Het is de bedoeling dat met dit wetsvoorstel de heffing in box 3 in overeenstemming wordt gebracht met de jurisprudentie van de Hoge Raad. In het wetsvoorstel wordt o.a. rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
- Het rendement wordt berekend over het gehele box 3- vermogen (met inbegrip van banktegoeden),
- Het rendement wordt per jaar bepaald; er vindt géén verliesverrekening naar andere jaren plaats.
- Het rendement wordt berekend over alle vermogensbestanddelen tezamen in box 3, ook de vermogensbestanddelen die de belastingplichtige een gedeelte van het jaar heeft gehad,
- Het vrijgesteld vermogen behoort niet tot de heffingsgrondslag,
- Gerekend wordt met het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie,
- Gerekend wordt met alle positieve en negatieve resultaten uit het box 3-vermogen: het directe rendement, – zoals rente, huur en dividend – en ongerealiseerde en gerealiseerde waardeontwikkelingen,
- Bij de vaststelling van het rendement op bezittingen kan geen rekening worden gehouden met kosten,
- Bij het rendement op schulden wordt wel rekening gehouden met de daarop betrekking hebbende rente,
- Een waardestijging van een bezitting als gevolg van investeringen kan niet als rendement worden aangemerkt (het betreft dan de kosten van verbetering en uitbreiding van de onroerende zaak, niet de kosten van onderhoud).
- Het rendement van een woning wordt gebaseerd op WOZ-waarden.
- Bij onroerende zaken wordt tot en met 2025 geen rekening houden met een voordeel wegens eigen gebruik (vanaf 2026 wordt wel een voordeel in aanmerking genomen),
- Het rendement wordt berekend over het gehele box 3- vermogen (met inbegrip van banktegoeden),
Het is de bedoeling dat het formulier OWR (= opgaaf werkelijk rendement) van de Belastingdienst in juli 2025 beschikbaar komt.
Vanaf het 4e kwartaal 2025 zullen de definitieve aanslagen 2021 t/m 2024 worden opgelegd. De verminderingsbeschikkingen (2017 t/m 2024) zullen vanaf het 2e kwartaal van 2026 worden vastgesteld.
Uit de wandelgangen hebben we begrepen dat er een relatief korte periode is, waarin de formulieren OWR kunnen worden ingediend.