Op 18 april 2025 heeft de Minister van Financiën de voorjaarsnota 2025 aan de Eerste en de Tweede Kamer aangeboden. Dit betreft de eerste Voorjaarsnota van het huidige kabinet. Deze Voorjaarsnota bevat een update van de begroting van 2025 en volgende jaren alsmede een aantal voorgestelde wijzigingen. Vanuit fiscaal oogpunt betreft het onder andere de volgende voorgestelde wijzigingen:
Btw-verhoging cultuur, media en sport
De btw-verhoging op cultuur, media en sport wordt geschrapt. Het btw-tarief zou hiervoor vanaf 2026 naar 21% gaan, maar deze tariefverhoging wordt teruggedraaid.
Fiscale regeling medewerkers startups en scale-ups
Er wordt een fiscale regeling geïntroduceerd om medewerkersparticipaties te stimuleren voor startups en scale-ups. De grondslag van het inkomen uit aandelenopties voor medewerkers van start-ups en scale-ups wordt beperkt tot 65%. Hierdoor wordt over minder inkomen belasting geheven. Daardoor is het effectieve tarief ongeveer gelijk aan wat de heffing zou zijn als de aandelenopties in box 2 zouden zijn belast. Voorts gaan zij pas belasting betalen als zij hun aandelen verkopen in plaats van op het moment dat de aandelen verhandelbaar worden. De nieuwe regeling zou in 2027 in werking moeten gaan treden.
Energiebelasting
De energiebelasting voor huishoudens wordt verlaagd met 200 miljoen euro vanaf 2026. De belastingvermindering binnen de energiebelasting is een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting dat – ongeacht de hoeveelheid verbruikte energie – in mindering wordt gebracht op de energierekening. Deze belastingvermindering wordt in 2026, 2027 en 2028 voor met 200 miljoen euro verhoogd. In 2026 bedraagt de belastingvermindering hierdoor 529,10 euro.
Fietsen van de zaak
De regeling voor fietsen van de zaak wordt versoepeld, waardoor bij fietsen van de zaak de bijtelling vervalt als deze fietsen over het algemeen niet thuis worden gestald.
Box 3
In box 3 zal voor de jaren 2026 en 2027 worden uitgegaan van een hoger forfaitair rendement op overige bezittingen. De stijging bedraagt 1,78%-punt per 2026. Ook wordt voor 2026 en 2027 het heffingsvrije vermogen verlaagd van € 57.684 (2025) naar € 51.396. Beide wijzigingen zouden ertoe moeten leiden dat de overheid meer belasting over box 3 binnenhaalt.
Inkomstenbelasting algemeen
De stakingsaftrek wordt verlaagd van € 3.630 naar € 908 in 2027 en in 2030 wordt deze afgeschaft.
De meewerkaftrek wordt per 2027 met 75% verminderd en in 2030 wordt deze afgeschaft.
De budgetreserve van de MIA (milieu-investeringsaftrek) wordt verhoogd met € 35 miljoen en de budgetreserve van de VAMIL (willekeurige afschrijving milieu-investeringen) wordt met hetzelfde bedrag verlaagd.
De compensatie van inflatie in de belastingschijven en de heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting wordt beperkt. De tabelcorrectiefactor binnen de inkomstenbelasting wordt voor 51% toegepast (per 1 januari 2026), in plaats van 100%. Dit betekent dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt worden gecompenseerd voor inflatie.
Aanpassing schenk- en erfbelasting bij ontbinding huwelijkse voorwaarden
Volgens de Voorjaarsnota kan de huwelijksgemeenschap in het zicht van overlijden worden aangepast. Hiertoe wordt het volgend voorbeeld gegeven:
A en B zijn gehuwd in gemeenschap van goederen (met gelijke breukdelen, dat is ieder 50%) en hebben geen kinderen. De huwelijksgemeenschap bedraagt € 10 miljoen. A en B wijzigen hun huwelijkse voorwaarden en bepalen daarin dat B nog maar voor 5% tot de huwelijksgemeenschap is gerechtigd en A voor 95%. Als B overlijdt, bedraagt diens nalatenschap 5% van € 10 miljoen (€ 500.000) in plaats van 50% (€ 5.000.000). Dit levert een besparing van erfbelasting op van circa € 900.000. Door de wijziging is A bij het overlijden van B immers op grond van het huwelijksvermogensrecht gerechtigd tot 95% van het gemeenschappelijke vermogen in plaats van tot 50%. De verkrijging krachtens huwelijksvermogensrecht is onbelast.
Als maatregel wordt voorgesteld dat wanneer sprake is van een gemeenschap van goederen waartoe beide echtgenoten voor ongelijke breukdelen zijn gerechtigd of bij een ‘ongelijk verrekenbeding’, schenk- of erfbelasting wordt geheven voor zover een belastingplichtige meer dan 50% verkrijgt bij ontbinding van die gemeenschap of op grond van het verrekenbedingbeding
Schenk- en erfbelasting biologische kinderen
Biologische kinderen worden wat betreft de schenk- en erfbelasting gelijkgesteld met juridische kinderen. Op deze manier hebben ook biologische kinderen recht op de kindvrijstelling en het lagere tarief.
Vruchtensappen met een vleugje zuivel
De verbruiksbelasting voor alcoholvrije dranken – zoals vruchtensappen – kent een uitzondering voor zuivel- en sojadranken. Deze uitzondering was er omdat zuivel – en sojadranken belangrijke voedingsstoffen bevatten, zoals eiwit, calcium en vitamines B2 en B12. In de praktijk kwamen daarna vruchten- en groentesappen of frisdranken ‘met een vleugje zuivel’, waarvoor niet de verbruiksbelasting van € 26,13 per 100 liter hoefde te worden betaald.
Het voorstel is om de zuiveluitzondering zo aan te passen dat deze alleen komt te gelden voor de meest pure zuivel- en sojadranken, zoals magere-, halfvolle- en volle melk.
Let op!
De voorgestelde wijzigingen moeten nog omgezet worden in een wetsvoorstel en daarna door de Tweede en de Eerste Kamer worden aangenomen.
Opknipgedrag bij vastgoed-bv’s om maximaal gebruik te maken van renteaftrek In het Belastingplan 2025 zat een voorstel om de drempel van de earningsstrippingmaatregel voor vastgoedlichamen buiten toepassing te laten. Deze antifragmentatiemaatregel is bij amendement geschrapt. Op dit moment wordt door de overheid in kaart gebracht welke antimisbruikmaatregelen andere EU-landen hebben geïmplementeerd om belastingconstructies te bestrijden, waarbij misbruik wordt gemaakt van de generieke renteaftrekbeperking. De Kamer zal hierover voor 1 juli 2025 worden geïnformeerd.