1. Akkoord spoedreparatie fiscale eenheid
De spoedreparatiewet inzake de fiscale eenheid is door de Tweede Kamer aangenomen. Deze spoedreparatie was nodig omdat de Europese rechter de bestaande wetgeving inzake de fiscale eenheid op sommige punten discriminerend vond voor ondernemingen in Nederland met dochtervennootschappen in andere landen van de EU. Deze rechtsongelijkheid wordt door de spoedreparatiewet opgeheven.
Besloten is om het voorstel met terugwerkende kracht in te laten gaan op 1 januari 2018. Het grote voordeel hiervan is dat ondernemingen hun aangifte vennootschapsbelasting over 2017 niet hoeven te splitsen in een deel waarvoor de oude regeling geldt en een deel waarvoor de nieuwe regeling geldt. Dat scheelt hen flinke administratieve lasten. Let op: de plannen moeten nog wel door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Dit gebeurt naar verwachting eind maart van dit jaar.
2. Vof vereist redelijke gelijkwaardigheid partners
Een vof biedt een aantal interessante fiscale voordelen. Maar dan moet de vof wel fiscaal worden geaccepteerd en mag er geen sprake zijn van een schijnconstructie. In een vof is in beginsel ieder der vennoten ondernemer. Iedere vennoot krijgt dus zelf een aantal ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek.
De vof mag geen schijnconstructie zijn die alleen maar ten doel heeft deze fiscale voordelen binnen te halen. In dat geval kan de fiscus deze voordelen ontzeggen, zoals onlangs gebeurde bij een koeriersbedrijf. Genoemde vof bestond uit 16 vennoten. Uit de feiten bleek dat een van hen de baas was, waardoor er geen sprake was van gelijkwaardigheid. Er hoeft voor het bestaan van een vof geen volstrekte gelijkwaardigheid tussen de vennoten te bestaan, maar wel een zekere mate. De rechter oordeelde dat er sprake was van een dienstbetrekking. De navorderingsaanslagen bleven dan ook in stand.
3. Recht op zelfstandigenaftrek bij weinig omzet?
De Belastingdienst heeft ondernemers met een omzet van minder dan € 5.000 een brief gestuurd inzake de zelfstandigenaftrek. In deze brief waarschuwt de dienst ervoor dat een dergelijke kleine omzet kan betekenen dat de ondernemer niet langer voldoet aan de voorwaarden van de zelfstandigenaftrek. Wat zijn die voorwaarden? De belangrijkste is dat u als ondernemer minstens 1.225 uur in het betreffende jaar in uw onderneming werkt. Ook moet u minstens de helft van het totaal aantal arbeidsuren in uw bedrijf gewerkt hebben. Deze laatste voorwaarde geldt overigens niet voor starters.
Om in aanmerking te komen voor de aftrek, moet u uw urenregistratie goed bijhouden. Het gaat dan om de uren die u voor uw opdrachtgevers heeft gewerkt en niet-rendabele uren, zoals voor marketingactiviteiten en netwerkbijeenkomsten. Uren waarin u alleen beschikbaar bent voor werk, maar geen werkzaamheden verricht, tellen echter niet mee.
4. Vier jaar oude auto is ‘nieuw’ voor bpm
Bij invoer van een personenauto is bpm verschuldigd. Daarbij is het van belang of de auto nieuw is of gebruikt. Of een auto nieuw is, hangt niet altijd af van het eerste moment van toelating. Soms kan zelfs een vier jaar oude auto als nieuw worden bestempeld, zo besliste gerechtshof Amsterdam eerder. Het ging hier om een auto die al vier jaar oud was, maar pas 195 km op de teller had staan. Volgens het hof was van belang dat de auto nauwelijks gebruikt was. Het feit dat er een periode van vier jaar was gelegen tussen het moment van eerste toelating in het buitenland en de registratie in Nederland, deed daar niet aan af. Het relevante criterium is namelijk de registratie en tenaamstelling in Nederland.
5. Schenkvrijstelling, ook als kosten al betaald zijn
De schenkbelasting kent een vrijstelling voor schenkingen ten behoeve van de eigen woning. Deze bedraagt in 2019 € 102.010. De schenkvrijstelling is van toepassing bij het schenken van een eigen woning of bij het schenken van geld waarmee een woning gekocht wordt. Het geld mag ook gebruikt worden om een eigen woning te verbouwen of onder voorwaarden om een hypothecaire lening mee af te lossen. Onlangs kwam een zaak voor de rechter waarbij het de vraag was of een schenking alleen belastingvrij is als de kosten na ontvangst van de schenking gemaakt worden. De rechter besliste dat dit niet het geval is. De ontvanger van de schenking had in het jaar van schenking de kosten van een verbouwing voorafgaand aan de schenking eerst zelf betaald. Volgens de inspecteur was dit niet toegestaan, maar de rechter vond van wel.
6. Geen btw bij gratis goed of voucher tot € 15
Als een ondernemer gratis producten of waardebonnen (vouchers) verstrekt waarvoor een product kan worden verkregen, is alleen btw verschuldigd als het goed een waarde van meer dan € 15 (ex btw) heeft. Dit heeft staatssecretaris Snel geantwoord op Kamervragen. De vragen werden gesteld naar aanleiding van de wijzigingen in de btw inzake waardebonnen en vouchers. De wijzigingen waren nodig vanwege Europese regelgeving. Bij gratis producten of eenmalig te gebruiken vouchers is er wat betreft de btw geen verschil. Bij het verstrekken ervan is btw verschuldigd over de waarde, tenzij deze waarde niet meer dan € 15 is. Bij een hoger bedrag moet over het hele bedrag btw worden afgedragen, ondanks het feit dat er geen prijs wordt betaald door de consument.