1. Te veel belasting over uw vermogen? Maak nu bezwaar!
Bent u het oneens met de berekening van de inkomstenbelasting over het rendement op vermogen (box 3-heffing) voor het belastingjaar 2017, dan moet u vanaf dit jaar altijd individueel en tijdig bezwaar maken tegen die aanslag. Tijdig wil zeggen binnen 6 weken na dagtekening aanslag. Voor aanslagen welke reeds opgelegd zijn voor eind mei, dagtekening brief inzake wijziging, geldt een verlenging termijn zodat het bezwaar vóór 15 juli binnen moet zijn. Dit heeft de Rijksoverheid laten weten. De heffing over ons vermogen in box 3 wordt gebaseerd op een forfaitair rendement. Of u dat rendement in werkelijkheid ook behaalt, is niet van belang.
Eerder is beslist dat bezwaren tegen de heffing op spaarsaldi in box 3 worden aangemerkt als ‘massaal bezwaar’ voor de periode 2013 tot en met 2016. Dit betekent dat bezwaren tegen de heffing in box 3 over deze jaren niet nodig zijn, voor zover het de heffing op spaarsaldi betreft. Worden belastingplichtigen in deze zaken in het gelijk gesteld, dan geldt de uitspraak dus voor iedereen in soortgelijke omstandigheden.
Wilt u de heffing over deze jaren op ander vermogen of op andere gronden aanvechten, dan is bezwaar voor de jaren 2013 t/m 2016 dus wel nodig.
2. Publicatieplicht jaarcijfers anbi vóór 1 juli
Een anbi is een Algemeen Nut Beogende Instelling die een aantal fiscale voordelen geniet. Daar zitten wel voorwaarden aan vast. Een anbi is verplicht de balans en de staat van baten en lasten van een jaar binnen zes maanden te publiceren. Voor 2017 betekent dit dat de cijfers vóór 1 juli 2018 gepubliceerd moeten zijn. Ook moet een toelichting hierop worden gepubliceerd. Let op: de gegevens moeten gepubliceerd worden op een internetsite.
Naast de jaarlijkse cijfers moeten ook de volgende gegevens standaard op de site vermeld worden:
naam en contactgegevens van de anbi, RSIN/fiscaal nummer, omschrijving doelstellingen, een beleidsplan, bestuurders plus hun functie, beloningsbeleid bestuur, directie en personeel en een verslag van de uitgeoefende activiteiten.
3. AVG-regels als uw werknemer vertrekt
Uw werknemer die beschikt over belangrijke persoons- en privacygevoelige gegevens, gaat het bedrijf verlaten. U wilt niet dat uw bedrijfsgegevens op straat komen te liggen. Neem daarom maatregelen en maak goede afspraken met uw (ex-)werknemer.
Hoe vaak gebeurt het niet dat als een werknemer uit dienst is, hij nog kan inloggen op het ICT-systeem van een bedrijf? Heeft u de login van de bedrijfspagina voor deze werknemer op social media geblokkeerd? Heeft u ook gedacht aan de login van ICT-netwerken van bedrijven waarmee u samenwerkt? Maak daarom afspraken en tref de benodigde maatregelen als uw werknemer uit dienst gaat.
Waaraan moet u denken? Zorg ervoor dat uw (ex-)werknemer op de datum dat hij uit dienst gaat, bedrijfseigendommen, zoals usb-sticks, een laptop, mobiele telefoon en desktop, inlevert. Daarnaast dient u ervoor te zorgen dat de ex-werknemer niet meer kan inloggen op het netwerk van uw bedrijf, niet meer kan inloggen op de sociale media van uw bedrijf of andere ICT-netwerken van bedrijven waarmee u samenwerkt. Vraagt u zich ook af of de (ex-)werknemer elders, bijvoorbeeld thuis, beschikt over privacy- en persoonsgevoelige informatie.
Neem in de beëindigingsovereenkomst op dat als de ex-medewerker alsnog bij privacy- en persoonsgevoelige informatie kan, de ex-medewerker uw bedrijf hiervan onmiddellijk op de hoogte brengt.
4. Ontslag op staande voet: toch transitievergoeding?
Als u als werkgever de arbeidsovereenkomst met een werknemer, die ten minste twee jaar in dienst is, opzegt, bent u een transitievergoeding verschuldigd. Daarop is een uitzondering, namelijk in het geval dat het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw werknemer. Bij een ontslag op staande voet is daarvan vaak sprake, maar let op: niet in alle gevallen! Een dringende reden die een ontslag op staande voet rechtvaardigt, hoeft niet automatisch te betekenen dat de werknemer ook ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De Hoge Raad heeft in een recente zaak geoordeeld dat het niet zo is dat er nooit een transitievergoeding verschuldigd is bij een ontslag op staande voet. Of u een transitievergoeding moet betalen, hangt dan namelijk af van het feit of de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Als dit niet het geval is, bent u toch transitievergoeding verschuldigd.
In de recente rechtszaak ging het om een werknemer die meerdere keren, ondanks officiële waarschuwingen en alcoholprotocollen, onder invloed van alcohol op het werk was verschenen en daardoor op staande voet werd ontslagen. Volgens de Hoge Raad is door de kantonrechter en het gerechtshof niet afzonderlijk beoordeeld of hier wel sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. De werknemer stelde zich namelijk op het standpunt dat hem vanwege zijn alcoholverslaving geen verwijt, of in zeer geringe mate een verwijt, kon worden gemaakt.
5. Zonnepanelen verhogen WOZ-waarde
Als u zonnepanelen op uw pand plaatst, verhoogt dit de WOZ-waarde. Dit blijkt uit een recente uitspraak van het gerechtshof. Van belang was dat ze ‘duurzaam’, dus voor onbepaalde tijd, geïnstalleerd waren. De zonnepanelen werden als onroerend aangemerkt. In deze zaak betrof het niet-geïntegreerde zonnepanelen, ze lagen los op het dak. Ook voor wel geïntegreerde zonnepanelen mag daarom worden aangenomen dat deze als onroerend worden aangemerkt. Dat de technische mogelijkheid bestond dat de zonnepanelen bij verhuizing mogelijk zouden worden meegenomen, achtte het Hof niet van belang.
In de betreffende zaak was de conclusie dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld. De gevolgen strekken echter verder dan alleen de WOZ en OZB. De WOZ-waarde is namelijk ook bepalend voor de hoogte van het eigenwoningforfait (EWF), dat voor de meeste woningen in 2018 0,7% van de WOZ-waarde bedraagt.
6. Hypotheek in 40 jaar aflossen?
De meeste mensen lossen hun hypotheek in 30 jaar af. Maar er zijn nieuwe producten op de markt, waarbij deze termijn verlengd is naar 40 jaar. Wat zijn daarvan de voor- en nadelen?
Het voordeel van een langere looptijd is dat de maandlasten lager zijn, omdat de aflossing over een grotere periode kan worden gespreid. Dit is vooral voor starters op de woningmarkt van belang, zeker nu koopwoningen fors in prijs stijgen. Wel betaal je over een langere periode rente, en dus in totaal meer rente. Een langere aflossingstermijn is ook verdedigbaar met het oog op de latere AOW- en pensioendatum die tegenwoordig geldt. Wie later met pensioen gaat, kan ook langer doen over het aflossen van zijn hypotheek.
Let op: sinds 2013 geldt voor nieuwe hypotheken een verplichte aflossing van de verstrekte som in maximaal 30 jaar. Als u een lineaire of annuïteitenhypotheek afsluit, wordt aan deze voorwaarde voldaan. Een hypotheek met langere looptijd dan 30 jaar is hiermee in strijd. Dit zou betekenen dat de hypotheekrente dan niet aftrekbaar is. Om dit probleem te omzeilen, wordt bij deze hypotheek de hoofdsom in twee delen gesplitst: een aftrekbaar deel dat in 30 jaar helemaal wordt afgelost, en een niet-aftrekbaar deel dat 40 jaar loopt. De bruto maandlasten van het totaal blijven 40 jaar gelijk.