1. Fiscale regels fiets van de zaak stuk eenvoudiger
Een fiets van de zaak is op dit moment niet echt een aantrekkelijke optie voor uw werknemers. De berekening van de bijtelling voor het privégebruik van de fiets is behoorlijk complex. Door al die ingewikkelde regels wordt maar beperkt gebruik gemaakt van de fiets van de zaak. Het kabinet wil daarom de fiscale fietsregeling versimpelen. Net als dat voor de auto van de zaak een forfaitaire bijtellingsregeling geldt, komt er ook een forfaitaire bijtelling voor de fiets van de zaak. Bovendien mag de leasefiets straks naast de auto van de zaak worden gebruikt. Let op: de fietsplannen moeten nog verder worden uitgewerkt met de brancheverenigingen. Het is de bedoeling dat de nieuwe fiscale fietsregeling per 1 januari 2020 ingaat.
2. Heeft u de voorlopige berekening Lage-inkomensvoordeel ontvangen?
Tussen 1 maart en 14 maart 2018 hebben zo’n 94.000 werkgevers van het UWV een voorlopige berekening ontvangen van het lage-inkomensvoordeel (LIV) 2017. U heeft recht op deze tegemoetkoming als u werknemers met een laag loon in dienst heeft. Check de voorlopige berekening goed. Deze berekening is gebaseerd op de tot en met 31 januari 2018 gedane aangiften loonheffingen en correcties over 2017. Bent u het niet eens met de voorlopige berekening, controleer dan of uw loonaangiften juist en volledig zijn. U kunt deze aangiften nog tot en met 1 mei 2018 corrigeren. Neem hiervoor eventueel contact op met uw adviseur. Latere correcties worden niet meer meegenomen in de definitieve berekening van het LIV.
Uiterlijk 31 juli ontvangt u van de Belastingdienst de definitieve berekening van het LIV over 2017. Mocht deze definitieve berekening niet kloppen, dan kunt u daartegen bezwaar maken
3. De regels bij een nulurencontract
Een nulurencontract is een arbeidsovereenkomst waarin geen afspraken zijn gemaakt over het aantal uren dat per week gewerkt wordt. De werkgever kan de werknemer dus oproepen wanneer het uitkomt. In principe geldt: geen arbeid, geen loon, maar per oproep moet u wel een minimum aantal uren uitbetalen.
Voor werknemers die een arbeidsovereenkomst hebben voor minder dan 15 uur per week of die werkzaam zijn op basis van een nulurencontract geldt dat de werknemer per oproep, of gewerkte shift, ten minste 3 uur uitbetaald moet krijgen. Voor de werknemer met een contract van bijvoorbeeld 12 uur per week, geldt dus dat deze voor een werkshift van bijvoorbeeld 2 uur, 3 uur betaald moet krijgen. Voor een werknemer met een nulurencontract geldt dat deze bij een oproep voor werk van bijvoorbeeld 1 uur, 3 uur betaald krijgt. Let op: op deze regel geldt een uitzondering. Een tweede oproep mag tot de eerste oproep worden gerekend als de tijd die tussen de gewerkte periodes niet langer is dan de gebruikelijke pauzetijd in het bedrijf.
4. Ook aftrek lijfrente op premie Zorgverzekeringswet voor zelfstandigen?
De adviseur van de Hoge Raad vindt het onjuist dat betaalde lijfrentepremies niet in mindering komen op de verschuldigde premie voor de Zvw. Hierdoor worden zelfstandigen bij hun pensioenopbouw achtergesteld bij werknemers. De adviseur vindt dan ook dat de rechter in moet grijpen. In een zaak die nu ter beoordeling voorligt bij de Hoge Raad gaat het om de vraag of door een zelfstandige ondernemer betaalde lijfrentepremies aftrekbaar moeten zijn voor de Zvw-grondslag. Volgens de wet is aftrek nu niet mogelijk. Het wachten is nu op de uitspraak van de Hoge Raad. Die volgt in de meeste gevallen het advies van hun adviseur, maar niet altijd.
Tip:
In afwachting van de uitspraak is het raadzaam alvast bezwaar aan te tekenen in vergelijkbare situaties. U stelt uw rechten dan veilig, mocht de Hoge Raad ook van mening zijn dat de niet-aftrekbaarheid van de lijfrentepremie onjuist is.
5. Begroting noodzakelijk bij Bedrijfsinvesteringsheffing
Als de gemeente een winkelcentrum of bedrijvengebied wil verbeteren, kan hiervoor een Bedrijfsinvesteringszone-heffing worden ingevoerd. Deze heffing wordt vaak ingevoerd in overleg met betrokken ondernemersverenigingen. Via de heffing kan voorkomen worden dat een aantal ondernemers wel van de activiteiten profiteert, maar er niet aan wil meebetalen.
Een BIZ-heffing kent een aantal voorwaarden. Om te beginnen de bekende voorwaarden voor gemeentelijke verordeningen. Zo moet hieruit onder meer duidelijk worden wie de BIZ-heffing moet betalen en wat de tarieven zijn. Een BIZ-heffing kent ook strenge voorwaarden voor wat betreft de besteding van de middelen. Een BIZ-heffing kan worden ingevoerd voor de financiering van activiteiten in de openbare ruimte en op het internet. De wet kent de verplichting om voor de uit te voeren activiteiten een begroting op te stellen. Zodoende kan gecontroleerd worden waaraan de middelen worden besteed en of dit overeen komt met de wettelijke eisen.
Onlangs vocht een ondernemer uit Spakenburg zijn BIZ-heffing aan voor de rechter omdat een begroting ontbrak. Daarom bleef onduidelijk waaraan de middelen besteed zouden worden. De rechter vernietigde de BIZ-heffing dan ook en stelde verder dat alleen een meerjarenbegroting inzake de inkomsten onvoldoende was.
6. Nieuwe rechtsvorm LLP in plaats van maatschap?
In Nederland wordt steeds vaker een Limited Liability Partnership opgericht als alternatieve rechtsvorm. De trend is vooral waarneembaar bij advocaten, tandartsen, fiscalisten en accountants, die zich normaal verenigen in maatschappen. De LLP is te vergelijken met een Nederlandse maatschap. De oprichting van een LLP moet in Engeland plaatsvinden door tenminste twee natuurlijke- of rechtspersonen. De LLP heeft geen kapitaal dat in aandelen verdeeld is. Ook een inschrijving bij de Nederlandse Kamer van Koophandel is verplicht.
De rechtsvorm heeft verschillende voordelen. De LLP is om te beginnen fiscaal transparant.
De oprichters kunnen worden aangemerkt als ondernemer voor de inkomstenbelasting, zodat bij hen de belasting wordt geheven en niet bij de LLP zelf. Zij kunnen normaal profiteren van de fiscale ondernemersfaciliteiten, zoals de startersaftrek, de zelfstandigenaftrek, mkb-winstvrijstelling en de oudedagsreserve. Een bijkomstig voordeel is dat de gebruikelijk loonregeling (het dga-loon) bij een LLP geen toepassing vindt. Een ander voordeel is de aansprakelijkheid. De oprichters van een LLP zijn niet hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. De LLP is namelijk net als een bv een rechtspersoon.
Let op!
De regels rondom de LLP worden beheerst door het Engels recht. Hieronder vallen ook de regels met betrekking tot de aansprakelijkheid. Gaat het mis dan vindt de juridische afwikkeling in Engeland plaats.