1. Mijn Belastingdienst Zakelijk: nieuw portaal voor ondernemers
Op 3 januari 2019 start de Belastingdienst een nieuw portaal, Mijn Belastingdienst Zakelijk. Zzp’ers en eenmanszaken kunnen dit portaal gebruiken voor het doen van hun btw-aangifte en het corrigeren ervan. Ook kunnen zij er terecht voor de opgaaf intracommunautaire prestaties. Dit betreft de aangifte van producten en diensten die zijn geleverd aan klanten die in andere EU-landen btw-aangifte moeten doen. Tevens kan via het portaal het rekeningnummer worden gewijzigd.
In de loop van 2019 worden meerdere functies aan het portaal toegevoegd. Mijn Belastingdienst Zakelijk kan dan gebruikt worden voor de aangiften btw, loonheffingen en vennootschapsbelasting. Alle ondernemers krijgen dan toegang tot het portaal.
Het nieuwe portaal heeft een aantal voordelen. Zo werkt het beter op smartphones en tablets. Aangiftes kunnen ook tussendoor worden opgeslagen. Eenmaal ingediende aangiftes kunt u via het portaal altijd weer inzien.
Inloggen op het nieuwe portaal gaat voor zzp’ers en eenmanszaken via DigiD. Andere ondernemers dienen in te loggen via e-Herkenning. Hieraan zijn kosten verbonden. Er is een zestal aanbieders van e-Herkenning die een verschillend tarief hanteren.
2. Meer belastingvrije vrijwilligersvergoeding
De vergoeding die vrijwilligers belastingvrij mogen ontvangen, gaat per 1 januari 2019 omhoog van € 1500 naar € 1700 per jaar. Dit staat in de tweede Nieuwsbrief Loonheffingen 2019.
Wanneer opgeven aan de Belastingdienst?
Als de vergoeding van de werkelijk gemaakte en aangetoonde kosten boven de maximum normbedragen uitkomen, moet u deze opgeven bij de Belastingdienst. Deze maximumbedragen gelden voor het totaal van de vergoedingen, dus ook bijvoorbeeld voor reiskostenvergoeding of verstrekte sportkleding. De vergoeding wordt dan echter alleen belast als niet kan worden aangetoond dat de vrijwilliger dit bedrag voor het vrijwilligerswerk heeft uitgegeven.
Vrijwilligersregeling
Op grond van de Vrijwilligersregeling hoeft een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) geen loonheffing in te houden op een vergoeding of verstrekking aan een vrijwilliger. Dat geldt ook voor een sportorganisatie en voor een organisatie die geen aangifte vennootschapsbelasting hoeft te doen.
3. Wat komt er na de Wet DBA?
Het kabinet wil de wet DBA vervangen. De opvolger van de Wet DBA moet opdrachtgevers en -nemers meer duidelijkheid bieden over de vraag wanneer er sprake is van een arbeidsrelatie en er dus ook loonheffingen en premies moeten worden ingehouden. Deze nieuwe wet zal pas vanaf 2021 in werking treden.
In de nieuwe wet kan aan de hand van een webmodule worden bepaald wanneer er geen sprake is van een dienstbetrekking. De module geeft dan een ‘opdrachtgeversverklaring’ af, waarmee zekerheid ontstaat over het niet inhouden van loonheffing en premies. De webmodule is naar verwachting eind 2019 gereed.
Een belangrijke voorwaarde voor een dienstbetrekking is het bestaan van een gezagsverhouding. Dit criterium is echter verre van duidelijk. Daarom wordt bij het Handboek Loonheffingen 2019 een verduidelijkende passage gevoegd teneinde problemen hieromtrent weg te nemen, zo melden de bewindslieden.
Om schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen, ontwikkelt het kabinet ook wetgeving waarbij zelfstandigen minimaal een uurtarief tussen € 15 en € 18 betaald moeten krijgen. Er is echter een goede kans dat dit in strijd is met Europese regelgeving, zo blijkt.
Daarom wordt ook gekeken naar alternatieven die wel de toets van Europese regelgeving kunnen doorstaan. De wetgeving voor laagbetaalde zelfstandigen zal waarschijnlijk per 2021 in werking treden.
Hoger betaalde zelfstandigen kunnen onder de nieuwe wetgeving samen met hun opdrachtgever juist kiezen voor een opt-outregeling, waarbij schriftelijk geen arbeidsovereenkomst wordt overeengekomen. Blijkt deze er achteraf toch te zijn, dan bestaat geen recht op een eventuele uitkering. Ook deze wetgeving gaat naar verwachting per 2021 in.
4. Koop met korting uw pensioen in eigen beheer af
Sinds 1 juli 2017 kunt u als dga geen pensioen in eigen beheer meer opbouwen. U kunt het opgebouwde pensioen in eigen beheer wel afkopen. Doet u dat nog in 2018, dan krijgt u 25% korting. In 2019 is dit nog maar 19,5%.
U krijgt de korting over de fiscale waarde van het opgebouwde pensioen per 31 december 2015. Is de fiscale afkoopwaarde op de afkoopdatum lager, dan krijgt u over die waarde de korting. Is de waarde hoger, dan wordt het verschil tussen de fiscale waarde per afkoopdatum en per 31 december 2015 voor 100% belast.
Let op: bij afkoop in 2018 of 2019 betaalt u ook geen revisierente.
U moet vanwege de afkoop aangifte loonheffingen doen. Doet uw bv aangifte loonheffingen, dan moet de bv de afkoop meenemen in het tijdvak waarin de afkoop plaatsvindt. Als u het pensioen in eigen beheer afkoopt, moet u ook een informatieformulier inleveren. Doet u dit niet, dan vervallen de fiscaal gunstige regelingen.
5. Wat zijn de premiepercentages werknemersverzekeringen 2019?
De nieuwe percentages voor de premies van de werknemersverzekeringen zijn vastgesteld voor het nieuwe jaar. Wat zijn de percentages voor 2019?
Premies | 2018 | 2019 | |
AOW | Ouderdomsfonds | 17,90% | 17,90% |
ANW | Nabestaandenfonds | 0,10% | 0,10% |
AWF | Algemeen Werkloosheidsfonds | 2,85% | 3,60% |
Ufo | Uitvoeringsfonds voor Overheid | 0,78% | 0,78% |
Sfn/Ufo | Uniforme opslag kinderopvangtoeslag | 0,50% | 0,50% |
Aof | Arbeidsongeschiktheidsfonds | 6,27% | 6,46% |
Whk | Werkhervattingskas | 1,22% | 1,22% |
Maximum premieloon in 2019
Verder stijgt het maximum premieloon. Het maximum premieloon is het maximumloon waarover u premies werknemersverzekeringen moet betalen. Dit is voor 2019 vastgesteld op € 55.927. In 2018 bedroeg deze nog € 54.614.
6. Vrachtwagens gaan per 2023 kilometerheffing betalen
Het kabinet gaat een heffing voor vrachtwagens invoeren. De heffing moet per 2023 ingaan. Met de opbrengst van de heffing wordt de wegenbelasting voor vrachtauto’s verlaagd. Ook zal er geld worden vrijgemaakt voor innovatie en vergroening van de transportsector. De heffing zal gelden voor snelwegen én voor wegen die anders mogelijk als sluiproutes zullen worden gebruikt. Dit betreft regionale en gemeentelijke wegen.
De heffing gaat gelden voor binnen- en buitenlandse vrachtauto’s van meer dan 3.500 kilo. Er gaat een vrijstelling gelden voor onder meer land- en bosbouwtrekkers, kranen, bussen en rijtuigen met een beperkte snelheid, omdat deze voertuigen niet primair voor goederenvervoer zijn bedoeld. Er moet worden afgerekend per gereden kilometer. Het aantal gereden kilometers zal via een on-board unit worden geregistreerd. De heffing per kilometer is hoger naarmate het voertuig meer vervuilend is. Private aanbieders van toldiensten zorgen voor de uitvoering van de heffing.
De hoogte van de heffing is nog niet bekend. Bij het onderzoek naar het effect van de heffing is gerekend met de gemiddelde heffing in Duitsland en België van € 0,15/km.