Gevolgen van het coronavirus

De gevolgen van het coronavirus hebben ongetwijfeld gevolgen voor u en uw onderneming. De exacte impact hiervan laat zich op dit moment moeilijk voorspellen. Vanuit een fiscaal, juridisch en financieel oogpunt brengen wij echter graag het volgende onder uw aandacht zodat u optimaal bent voorbereid:

Uitstel van betaling voor belastingen:  U of uw adviseur kan de Belastingdienst uitstel van betaling vragen voor de verschuldigde BTW, loonheffingen, inkomsten- en vennootschapsbelasting. Deze aanvraag dient gemotiveerd te gebeuren. Met dit verzoek stuurt u of uw adviseur een verklaring van een derde deskundige mee. Uit deze verklaring moet blijken dat:

  • Sprake is van werkelijk bestaande, acute betalingsproblemen (en niet om bijvoorbeeld betalingsproblemen die in de toekomst zullen ontstaan).
  • Betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn.
  • De klant de betalingsproblemen vóór een bepaald tijdstip oplost.
  • De onderneming levensvatbaar is.

Een derde deskundige kan een externe consultant, een externe financier, een brancheorganisatie, een accountant of financieel adviseur zijn. Indien het verzoek wordt gehonoreerd zal de invordering van belasting worden stopgezet en kan er een betalingsregeling onder de gebruikelijke voorwaarden worden afgesproken. De Belastingdienst komt ondernemers verder tegemoet door een verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege te laten of terug te draaien.

Aanpassen van voorlopige aanslagen voor het lopende boekjaar: Voor de vennootschaps- en inkomstenbelasting kunt u verzoeken om de voorlopige aanslagen voor het lopende boekjaar aan te laten passen op basis van actuele resultaatprognoses.

Voorlopige verliesverrekening: U hoeft niet te wachten tot uw aangifte over het verliesjaar is afgehandeld door de Belastingdienst om een teruggaaf van vennootschaps- en inkomstenbelasting te ontvangen. Er kan namelijk onder voorwaarden een verzoek gedaan worden voor een voorlopige verliesverrekening. Dit voorlopige verlies kan dan voor 80% worden verrekend met de aanslag over het jaar dat definitief vaststaat.

BTW: Als u per maand of kwartaal BTW aangifte doet, moet u het BTW bedrag binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak betaald hebben aan de Belastingdienst, ongeacht of u het bedrag ook daadwerkelijk hebt ontvangen van uw cliënt. Het kan dus zijn dat u de BTW moet voorfinancieren. Dit kan u (deels) voorkomen door in het begin van het tijdvak te factureren in plaats van in het einde van het tijdvak.

Oninbare facturen: U kunt BTW terugvragen zodra het zeker is dat uw vordering (gedeeltelijk) oninbaar is. De vordering wordt in ieder geval als oninbaar aangemerkt uiterlijk 1 jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum die tussen u en uw klant is overeengekomen.

Schenkingen: Mocht u in de toekomst een schenking van bijvoorbeeld een aandelenportefeuille overwegen dan kan de huidige waardering daarvan in combinatie met uw toekomstverwachtingen reden zijn om de voorgenomen schenking eerder te doen dan wel uit te stellen ter besparing van schenk- en erfbelasting.

Werktijdverkorting: Voor werktijdverkorting is een aparte vergunning nodig. Deze vergunning dient bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te worden aangevraagd. Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient een werkgever aan te tonen getroffen te zijn door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt en dient de werkgever tevens aan te tonen dat hij/zij tenminste 20% minder werk verwacht voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 kalenderweken. Een vergunning geldt voor maximaal 6 weken, maar er kan verlenging van de vergunning worden gevraagd. Na ontvangst van de vergunning van het SZW dient dit bij het UWV te worden gemeld en dient er voor de werknemer(s) een WW-uitkering te worden aangevraagd. Het UWV betaalt de WW uitkering aan de werkgever en vergoedt achteraf dan de uren dat de werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode aan de werkgever. Het UWV vergoedt aan de werkgever gedurende de eerste 2 maanden 75% van het salaris en de maanden daarna 70%. Deze vergoeding is een compensatie voor de werkgever en de werknemer zal dus voor het deel van de werktijdverkorting een lager salaris ontvangen. Uiteraard kunnen werkgevers ook besluiten om vrijwillig het gehele salaris door te betalen of zijn zij daar volgens cao of arbeidsvoorwaarden toe verplicht.

Verruiming van de borgstelling MKB-kredieten (BMKB): Bedrijven in het mkb met liquiditeitsproblemen door de gevolgen van het coronavirus, kunnen tijdelijk rekenen op extra gunstige voorwaarden onder de BMKB. Een nieuwe tijdelijke maatregel verhoogt de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB van 50% naar 75%. De maatregel is bestemd voor overbruggingskrediet of verhoging van het rekening courant-krediet bij een financier (vaak een bank), met een maximale looptijd tot 2 jaar. Ook een aantal overige voorwaarden in de BMKB zal worden versoepeld. U kunt zich vanaf maandag 16 maart 2020 melden bij uw kredietverstrekker om voor de regeling in aanmerking te komen.

Indien u meer informatie wenst, helpen wij en/of onze bedrijfsjuristen u graag verder. Wij zijn voor u gedurende deze periode telefonisch of per e-mail bereikbaar.