Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL)

Bijgewerkt: 03-09-2020

Bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-1 per 30 juni 2020 opengesteld. In de praktijk wordt deze subsidieregeling aangeduid als de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). De TVL is de opvolger van Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS).

TVL en TOGS
De TVL richt zich op dezelfde door de coronacrisis getroffen ondernemingen en instellingen als de TOGS. De hoogte van de tegemoetkoming, de berekeningswijze als ook de systematiek van subsidieverlening wijken wel van de TOGS.

De TVL houdt, anders dan de TOGS, rekening met de hoogte van het omzetverlies en de omvang van de vaste lasten in een sector en sluit daarmee gerichter aan op de behoeften per individuele onderneming. Dit betekent ook dat TVL-subsidie voor een onderneming hoger, maar ook lager kan uitvallen dan de TOGS-tegemoetkoming.

Getroffen MKB-onderneming
Voor veel bedrijven en organisaties (hierna: ondernemingen) zijn de vaste kosten een probleem in het licht van de economische gevolgen door de coronacrisis. Een groot aantal ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB) is direct getroffen door de (verplichte) sluiting of het ontmoedigen van klanten om te komen. Als na de versoepeling van de coronamaatregelen sectoren weer open gaan, zijn ondernemingen niet altijd in staat een normale omzet te draaien, laat staan het eerder geleden omzetverlies in te halen.

De TVL voorziet tegen die achtergrond in een subsidie voor deze kosten voor de hardst geraakte sectoren in het MKB, waaronder de horeca, recreatie, sportscholen, evenementen, kermissen, speelautomatenhallen, podia en theaters, waarvan een aantal sectoren ook in de zomermaanden nog gesloten blijft. Doel is dat ondernemingen hiermee over voldoende liquide middelen beschikken om de komende maanden de vaste lasten te kunnen blijven betalen en hun onderneming draaiende te houden, ook bij verminderde omzetten.

De TVL is bedoeld voor MKB-ondernemingen, waaronder ook zzp’ers, omdat deze groep doorgaans het hardst getroffen wordt door omzetverlies, hoge vaste kosten en weinig financiële buffers heeft. Ook zijn deze ondernemingen minder goed in staat op andere wijze de liquiditeitspositie te verbeteren.

De doelgroep van TVL is gelijk aan die van de TOGS: de MKB-onderneming moet een inschrijving in het handelsregister hebben (hoofd- of nevenactiviteit) met een code van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) die expliciet vermeld staat op een lijst met SBI-codes. Het gaat hierbij om ondernemingen die:

  • Door overheidsingrijpen gedwongen hun deuren hebben moeten sluiten.
  • Dicht moeten vanwege het verbod op het organiseren van bijeenkomsten en evenementen.
  • Direct getroffen zijn door het negatieve reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
  • Omzetverlies lijden die het directe gevolg is van het wegblijven van consumenten door de overheidsmaatregelen of die hun activiteit niet meer kunnen uitoefenen als direct gevolg van de (centrale of lokale) overheidsmaatregelen.
  • Die zorg verlenen of groothandel zijn en hun omzet hebben zien dalen door de overheidsmaatregelen (vooral omdat ze toeleveren aan de direct getroffen sectoren en bedrijven).

Uitbreiding doelgroep
Vanaf 20 augustus 2020 komen ondernemers in de recreatieve vliegsector die pleziervluchten aanbieden, zoals luchtballonvaarders, ook in aanmerking voor de TVL.

Lijst met SBI-codes
Zie voor een gedetailleerde lijst met Standaard Bedrijfsindeling (SBI)-codes) de website van de RVO (www.rvo.nl/vastgestelde SBI-codes).

Beoordeling bij afwijkende SBI-code
De aanduiding van de hoofd- en nevenactiviteiten met bijbehorende SBI-codes zijn in het handelsregister gebaseerd op de aanduiding van de activiteiten van de onderneming. Als blijkt dat de onderneming met de geregistreerde hoofd- en nevenactiviteit niet in aanmerking komt voor TVL, terwijl zij wel een activiteit uitvoert die op de lijst met SBI-codes staat, kan toch TVL worden verkregen. Dit moet blijken uit de aanduiding van de activiteiten zoals die op 15 maart 2020 in het handelsregister stond.

Deze mogelijkheid ziet dus niet op na die datum aangepaste aanduidingen van activiteiten in het handelsregister, of om feitelijke activiteiten die afwijken van wat er in het handelsregister is opgenomen.

Tot slot ziet deze mogelijkheid alleen op het geval dat de in het handelsregister opgenomen hoofd- of nevenactiviteit met bijbehorende SBI-code van een onderneming niet in de bijlage is opgenomen en niet op het geval waarin de in het handelsregister opgenomen hoofd- of nevenactiviteit wel in de bijlage is opgenomen, maar de onderneming bijvoorbeeld van oordeel is dat de verdeling in hoofd- en nevenactiviteit ook anders gemaakt had kunnen worden.

Een onderneming die met toepassing van deze mogelijkheid de TOGS heeft ontvangen, komt automatisch ook in aanmerking voor TVL, uiteraard mits zij aan de overige criteria van de TVL voldoet.

TVL

Getroffen MKB-onderneming
De RVO verleent onder de TVL eenmalig een subsidie aan een getroffen MKB-onderneming om bij te dragen in de vaste lasten in de maanden juli tot en met september 2020.

Een getroffen MKB-onderneming is een onderneming die:

  • een omzetverlies heeft van minimaal 30%; en
  • een forfaitair bepaald bedrag aan vaste kosten heeft van minimaal € 4.000. Dit forfaitaire bedrag aan vaste kosten wordt berekend door het per sector bepaalde vastelastenpercentage te vermenigvuldigen met de referentieomzet (zie hierna).

De TVL geldt per onderneming en niet per vestigingseenheid. De TVL moet worden gezien als aanvulling op andere overheidsondersteuning rond de coronacrisis. Aan de besteding van de TVL worden verder geen nadere eisen gesteld.

De forfaitaire berekening van de vaste lasten van de onderneming heeft in beginsel geen relatie met het daadwerkelijk betaalde bedrag aan vaste lasten dat de onderneming betaalt in de subsidieperiode. Ondernemingen hoeven het bedrag van de vaste lasten in die periode dan ook niet aan te tonen.

Wel moet bedacht worden dat als een TVL-ontvanger gedurende de subsidieperiode stopt met zijn activiteiten en ook zijn vaste lasten tot nul brengt, de ontvanger oneigenlijk gebruik maakt van de TVL. De ontvanger handelt dan in strijd met het doel van de subsidieregeling, het bijdragen aan de financiering van de vaste lasten van getroffen MKB-ondernemingen.

Starter
Een onderneming die na 29 februari 2020 maar uiterlijk 15 maart 2020 voor de eerste keer is ingeschreven in het handelsregister, hoeft niet te voldoen aan het omzetverliesvereiste. Is de onderneming tussen 1 april 2019 en 29 februari 2020 gestart, dan geldt het omzetverliesvereiste wel, maar moet een aparte berekening daarvan gemaakt worden. Wel geldt voor starters altijd het vereiste van de vaste lasten, in die zin dat de onderneming voor TVL in aanmerking komt als minimaal € 4000 aan vaste lasten in de maanden juni tot en met september 2020 worden verwacht. Een starter kan gevraagd worden dit aan te tonen.

Getroffen MKB-onderneming met geregistreerde nevenactiviteit
Als de gedupeerde onderneming niet met zijn hoofdactiviteit, maar wel met een nevenactiviteit met een juiste SBI-code staat ingeschreven in het handelsregister, bestaat ook recht op TVL. Er geldt wel de voorwaarde dat het omzetverlies uitsluitend betrekking heeft op die nevenactiviteit. Omzetverliezen van andere activiteiten tellen niet mee.

Getroffen MKB-onderneming met een dorpshuis, gemeenschapshuis of wijkcentrum
Dorpshuizen, gemeenschapshuizen en wijkcentra zijn in sommige gevallen eveneens direct getroffen door de coronacrisis, namelijk wanneer zij horeca-activiteiten ontplooien of zalen verhuren voor evenementen en bijeenkomsten. Voorwaarde is dat het omzetverlies betrekking heeft op de horeca-activiteiten of de zaalverhuuractiviteiten van de onderneming.

Getroffen vervaardigende MKB-onderneming met een retailwinkel
Er zijn ondernemers die zich richten op de vervaardiging en/of het ontwerp van producten, maar daarnaast deze producten verkopen in een winkel (de zogenoemde retailwinkel). Voorbeelden zijn brood en banket, bier, kleding. In sommige gevallen staan deze ondernemingen in het handelsregister echter alleen ingeschreven onder hun vervaardigende activiteit. Voorwaarde is dat het omzetverlies betrekking heeft op de activiteiten van de onderneming voor de betreffende retailwinkel.

Getroffen MKB-onderneming in recreatieve vliegsector
Ondernemers in de recreatieve vliegsector komen vanaf 20 augustus 2020 in aanmerking voor de TVL. Voorwaarde is dat ze onder de juiste SBI-code staan ingeschreven en recreatieve vluchten aanbieden. Recreatieve vluchten zijn pleziervluchten zoals ballonvaarten en rondvluchten met sportvliegtuigen of helikopters.

Bepaling omzetverlies
Het omzetverlies wordt in beginsel bepaald door de omzet over de subsidieperiode te vergelijken met dezelfde periode in 2019. Op deze wijze wordt een reëel beeld verkregen van het omzetverlies.

Het betreft de omzet exclusief btw, na aftrek van kortingen. Tot de omzet over de subsidieperiode behoren niet subsidies, tegemoetkomingen of andere vormen van overheidssteun in het kader van de coronacrisis, zoals NOW 1.0 of NOW 2.0.

Bedacht moet worden dat de omzet over de subsidieperiode pas na afloop daarvan bekend is. Bij de TVL-aanvraag zal die omzet dan ook geschat moet worden. Met de omzetschatting wordt beoordeeld of het te verwachten omzetverlies 30% is. Als dat niet het geval is, wijst de RVO de TVL-aanvraag af. Ook de hoogte van het TVL-voorschot (80%) wordt bepaald met de omzetschatting. Hoe later de TVL wordt aangevraagd, hoe beter de inschatting van het omzetverlies, maar dat betekent ook een latere ontvangst van het voorschot.

Om te bepalen of sprake is van minimaal 30% omzetverlies moeten de volgende berekeningen worden gemaakt:

  • Eerst moeten de referentieomzet en de omzet over de subsidieperiode worden berekend.
  • De referentieomzet is de som van éénderde van de omzet in het tweede kalenderkwartaal van 2019 en de omzet in het derde kalenderkwartaal van 2019.
  • De omzet over de subsidieperiode is de som van de éénderde van omzet in het tweede kalenderkwartaal van 2020 en de omzet in het derde kalenderkwartaal van 2020.
  • Het omzetverlies afgerond op hele procenten is dan het verschil tussen de referentieomzet en de omzet over de subsidieperiode gedeeld door de referentieomzet (x 100%).

Er gelden uitzonderingen voor starters:

  • Een onderneming na 1 april 2019 maar uiterlijk op 15 november 2019 is gestart moet als referentieomzet de omzet over de eerste vier kalendermaanden volgend op de start van de activiteiten nemen.
  • Een onderneming die na 15 november 2019 maar uiterlijk op 29 februari 2020 is gestart moet als referentieomzet de omzet over de periode na de dag van de start van de activiteiten tot en met 15 maart 2020 nemen, die omzet delen door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen en die uitkomst vermenigvuldigen met vier.

Als een onderneming belastingplichtig is voor de omzetbelasting (btw), moet de omzet worden ontleend aan de btw-aangiften. De meeste ondernemingen doen per kwartaal btw-aangifte. Maar ook bij maandaangifte moet toch éénderde van de omzet over het tweede kwartaal worden genomen en mag niet de juni-aangifte genomen worden.

Als geen sprake is van btw-plicht of in ander gevallen dat geen btw in Nederland wordt afgedragen of de omzet niet uit de btw-aangifte is te herleiden (bijvoorbeeld bij een fiscale eenheid voor de btw, btw-aangifte op jaarbasis, btw-vrijstelling of nevenactiviteiten), moet de onderneming de omzet ontlenen aan de financiële administratie of uit een ander bewijsstuk.

Hoogte
De hoogte van de TVL wordt met de volgende formule berekend:

TVL = referentieomzet x omzetverlies% x vastelasten% x 0,5

De referentieomzet en het omzetverliespercentage is hiervoor aan de orde gekomen.

Het vastelastenpercentage is een per sector bepaald percentage dat de vaste lasten deel uit maken van de omzet. Het voor een sector geldende percentage staat vermeld in de lijst met SBI-codes. Als meerdere sectoren van toepassing zijn, mag het hoogste percentage genomen worden.

Het kabinet wil maximaal 50% van de vaste lasten subsidiëren. Dit betekent dat de TVL maximaal 50% van de totale vaste lasten bedraagt (bij het volledig wegvallen van de omzet) en minimaal 15% van de totale vaste lasten (bij het halen van de drempel van het omzetverlies van 30%).

De TVL bedraagt minimaal € 1000 en maximaal € 50.000 over de gehele subsidieperiode van vier maanden. Voor een na 29 februari 2020 gestarte onderneming bedraagt de TVL € 1000.

Voorschot
Als de RVO op de aanvraag voor toekenning van de TVL positief beschikt, wordt een eenmalig voorschot toegekend van 80%. Dat voorschot is gebaseerd op het bij de aanvraag opgegeven geschatte omzetverlies.

Voorwaarden

Inschrijving Kamer van Koophandel
Het moet gaan om een onderneming die op peildatum 15 maart 2020 ingeschreven was in het handelsregister, met een fysieke vestiging in Nederland, met een hoofd- of nevenactiviteit met bijbehorende SBI-code zoals vermeld op de lijst met SBI-codes, eventueel nader geclausuleerd.

Is de aanvraag gebaseerd op een geregistreerde nevenactiviteit, dan moet een onderneming uitsluitend op basis van die nevenactiviteit voldoen aan de eisen. Omzetverlies en vaste lasten die betrekking hebben op de geregistreerde hoofdactiviteit of andere nevenactiviteiten mogen niet meewegen in de aanvraag.

Ondernemingen die zich na 15 maart 2020 met terugwerkende kracht hebben ingeschreven of de SBI-code hebben aangepast, komen niet in aanmerking.

Alleen ondernemingen die niet op 31 december 2019 in staat van faillissement verkeren en waarvoor geen verzoek tot surseance van betaling is ingediend, komen voor de TVL in aanmerking.

Maximaal 250 werknemers
De TVL is bedoeld voor ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (MKB), inclusief zzp’ers, omdat deze groep doorgaans het hardst getroffen wordt door omzetverlies, hoge vaste kosten heeft en weinig financiële buffer heeft. Daarom geldt als voorwaarde dat er maximaal 250 personen werkzaam mogen zijn bij de onderneming. Daarnaast gelden maximumeisen aan jaaromzet en balanstotaal.

Vestigingsvereiste
De TVL wordt alleen verstrekt aan ondernemingen met minimaal één vestiging buiten de woning waar zij zelf wonen (het privéadres van de eigenaar of eigenaren). Ook is toegestaan dat de onderneming in de privéwoning is gevestigd, maar dan moet die vestiging fysiek zijn afgescheiden en een eigen opgang of toegang hebben. Die fysieke afscheiding moet de ondernemer kunnen aantonen met bewijsstukken, zoals een huur- of koopovereenkomst of de aftrekpost van een werkruimte in de belastingaangifte inkomstenbelasting.

De vestigingsvereiste geldt niet voor:

  • Horecaondernemingen ingeschreven in het handelsregister onder de SBI-codes 56.10.1, 56.10.2 of 56.30 (bijvoorbeeld restaurant, café, fastfoodrestaurant, cafetaria, ijssalon, eetkraam). Wel moet een horecaonderneming ten minste één horecagelegenheid huren, pachten of in eigendom hebben.
  • Ambulante ondernemingen ingeschreven in het handelsregister onder de SBI-codes 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2, 47.89.9, 49.39.1, 49.32, 50.10, 50.30, 51.10, 85.53 of 93.21.2 (bijvoorbeeld markthandel, binnenvaartdienstverlening (passagiersvaart en veerdienst), zee- en kustvaart, auto- en motorrijschool, taxibedrijf, touringcaroperator, kermisexploitant).

Bij een groot deel van deze ondernemers komt het vestigingsadres overeen met het woonadres van die ondernemer. Aangezien deze specifieke groep van ondernemers ook hoge vaste kosten heeft, is het niet wenselijk deze groep uit te sluiten van de TVL.

Staatssteun
De TVL wordt niet verstrekt als het tijdelijk steunkader voor staatssteun zich hiertegen verzet. Dat betekent dat de onderneming inclusief de TVL niet meer dan € 800.000 aan tijdelijke staatssteun mag ontvangen. Voor ondernemingen die mede actief zijn in de landbouw- en visserijsector (€ 120.000) of in de verwerking van landbouwproducten (€ 100.000) en dus meer dan één hoofdactiviteit hebben, gelden vermelde lagere maxima aan tijdelijke staatssteun.

Voor ondernemingen met alleen een onder de TVL vallende nevenactiviteit geldt in alle gevallen het maximum van € 800.000. Voor die categorie wordt immers alleen de omzet van die activiteit in aanmerking genomen.

Verder is van belang dat dit plafond geldt per onderneming en niet per vestiging van de onderneming. Concreet betekent dit dat de onderneming dus minimaal het bedrag van de TVL aan ruimte voor tijdelijke staatssteun moet hebben.

Voor een onderneming in de recreatieve vliegsector geldt dat de TVL niet wordt verstrekt als de algemene de-minimisverordening (staatssteun) zich hiertegen verzet. Dat betekent dat de onderneming moet voldoen aan het zogenoemde de-minimisplafond per onderneming. Dat is een plafond van € 200.000 aan de-minimissteun per drie belastingjaren (het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren).

Verder is van belang dat dit plafond geldt per onderneming en niet per vestiging van de onderneming. Concreet betekent dit dat de onderneming minimaal het bedrag van de TVL aan ruimte voor de-minimissteun moet hebben.

Private sector
Overheidsbedrijven zijn uitgezonderd van de TVL.

Aanvraag

Voorschot
Aanvragen voor het voorschot kunnen worden ingediend bij de RVO vanaf 30 juni 2020 t/m 30 oktober 2020 (17.00 uur) op de website www.rvo.nl. Bij de aanvraag is een eHerkenningsmiddel niveau 1 of hoger nodig of een DigiD. Ook ondernemers kunnen inloggen met Digid.

Bij de aanvraag van het voorschot moet de onderneming een schatting van de omzet over de subsidieperiode indienen. In het geval van een fysiek afgescheiden vestiging thuis, moeten naast een verklaring met een vinkje, ook de bewijsstukken daarvan worden overgelegd. Als sprake is van een na 29 februari 2020 gestarte onderneming, moet verklaard worden dat voldaan wordt aan het vereiste van de minimale vaste kosten.

De RVO behandelt de aanvragen op volgorde van binnenkomst. De beslistermijn van de RVO op de aanvraag is acht weken, maar mag verlengd worden. Het voorschot wordt in een keer overgemaakt.

Subsidievaststelling
Na afloop van de subsidieperiode moet de onderneming uiterlijk 1 april 2021 een aanvraag indienen voor een definitieve subsidievaststelling.

De onderneming moet zowel bij de aanvraag van het voorschot als bij de subsidievaststelling een opgave van de omzet voegen, bestaande uit afschriften van de ingediende btw-aangiften, boekhouding, resultatenrekening, jaarrekening, jaarverslag of andere bewijsstukken. Voor na 29 februari 2020 gestarte ondernemers geldt deze verplichting niet.

De beslistermijn van de RVO op de aanvraag tot subsidievaststelling is 16 weken. Bij de afrekening kan sprake zijn van terugvordering of nabetaling.

Als het daadwerkelijke omzetverlies over de subsidieperiode minder dan 30% bedraagt, stelt de RVO de uiteindelijke TVL op nihil vast. Dit laatste geldt niet voor na 29 februari 2020 gestarte ondernemers.

Controle
De RVO heeft de mogelijkheid om achteraf te toetsen of de aanvrager daadwerkelijk aan alle voorwaarden voldoet en noodzakelijke bewijsstukken heeft overgelegd. Bij de controle kan de RVO gebruik maken van door de Belastingdienst verstrekte omzetgegevens en btw-plicht.

De TVL-ontvanger moet een zodanige administratie voeren dat daaruit altijd op een eenvoudige en duidelijke wijze kan worden vastgesteld dat aan de subsidie-eisen wordt voldaan. De administratie moet tien jaar lang worden bewaard.

Verlenging tot 1 juli 2021
Het kabinet heeft op 28 augustus 2020 aangekondigd dat de TVL drie keer met drie maanden verlengd zal worden. Ook heeft het kabinet aangekondigd dat het maximale bedrag per bedrijf per drie maanden verhoogd wordt naar € 90.000. In de op 28 augustus 2020 verschenen brief over het herstel- en steunpakket staat dat de voorwaarden voor de TVL per 1 oktober 2020 niet veranderen. Per 1 januari 2021 worden de voorwaarden voor de TVL echter aangescherpt want voor de periode 1 januari 2021 t/m 31 maart 2021 wordt de omzetdervingsgrens verhoogd naar 40% en voor de periode 1 april 2021 t/m 30 juni 2021 wordt die grens op 45% gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL blijven ongewijzigd.

Belastingvrijstelling
De eenmalige TVL-gift is belastingvrij. Het kabinet gaat deze vrijstelling meenemen in het wetgevingspakket Belastingplan 2021.

Bron: Taxlive