Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW 1.0)

Bijgewerkt: 14-09-2020

Werkgevers die te maken hebben met ten minste 20% acuut verwacht omzetverlies over een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden, kunnen – gerelateerd aan het omzetverlies – bij het UWV voor een periode van drie maanden een subsidie aanvragen. De Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) voorziet in die subsidie.

NOW 1.0
De eerste tranche van de NOW voorziet in een tegemoetkoming in de loonkosten over de maanden maart, april en mei 2020. Dit wordt ook wel de NOW 1.0 genoemd. Ook voor de maanden juni, juli en augustus 2020 kan NOW worden aangevraagd. Deze tweede tranche wordt aangeduid als NOW 2.0 en wordt hierna in een apart onderdeel behandeld in dit deel van het Coronadossier. In dit onderdeel komt alleen de NOW 1.0 aan de orde, hierna verder aangeduid als NOW.

De subsidie bestaat uit een tegemoetkoming in de loonkosten ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom. Werkgevers betalen het loon aan betrokken werknemers 100% door. Werkgevers hoeven daarbij niet aan te tonen waardoor de omzetdaling is veroorzaakt. Dat kan overigens ook een andere bijzondere omstandigheid zijn dan de uitbraak van het coronavirus. Zo valt bijvoorbeeld een omzetdaling door brand in het bedrijf ook onder de NOW.

Geen ontslag
Uitgangspunt is dat door de NOW zoveel mogelijk werkgelegenheidsverlies wordt voorkomen. Van de werkgever wordt dan ook verwacht dat hij in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 bij het UWV geen verzoek doet om toestemming te verkrijgen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen.

Deze voorwaarde geldt niet voor ontslagaanvragen die bij het UWV zijn ingediend in de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 maart 2020.

Doet de werkgever toch een dergelijke ontslagaanvraag, dan heeft hij vijf dagen de tijd om deze weer in trekken om een extra vermindering (“boete”) van de hoogte van de NOW-subsidie te voorkomen. Een vermindering van de loonsom leidt namelijk altijd tot een vermindering van het NOW-subsidiebedrag.

Loonkosten van werknemers
De subsidie is een tegemoetkoming voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Werkenden met een zogenoemde fictieve dienstbetrekking vallen ook onder de NOW.

Ook NOW: flexwerker, nulurencontract, uitzendkracht, payroll
De NOW geldt ook voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een flexibel contract. Werkgevers kunnen NOW-subsidie ontvangen voor deze werknemers, voor zover zij in dienst blijven en loon ontvangen van de werkgever gedurende de periode waarover de subsidie wordt verstrekt. De NOW is uitdrukkelijk ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemer met een nulurencontract. Voor payroll- en uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Ook zij kunnen via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en worden gecompenseerd voor de loonkosten van werknemers die zij in dienst houden.

Geen NOW: directeur/grootaandeelhouder (dga)
De niet-verzekerde directeur-grootaandeelhouders (dga) valt niet onder de NOW. Ook niet als de dga vrijwillig verzekerde is.

Hoogte NOW-subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de driemaandsperiode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. In formulevorm:

NOW = omzetdaling% x loonsom per maand x 3 x 130% x 90%

Loonsom
Onder loonsom wordt verstaan het totale loon sociale verzekering uit tegenwoordige dienstbetrekking. Als loon wordt maximaal twee keer het maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen. Loon boven € 9538 per maand komt derhalve niet voor subsidie in aanmerking.

Gegevens over de loonsom baseert het UWV op de ingediende loonaangiften, waarbij als uitgangspunt de maand januari 2020 wordt genomen. Zijn er nog geen aangiftegegevens over januari 2020 beschikbaar, dan neemt het UWV de loonaangifte over november 2019. Voor werkgevers met een aangiftetijdvak van vier weken wordt de aangifte verhoogd met 8,33% (13/12). Voor andere loontijdvakken geldt een herleiding naar een maandbedrag.

Als geen gegevens bekend zijn over zowel januari 2020 als november 2019 bestond aanvankelijk geen recht op de subsidie. Maar de NOW wordt met terugwerkende kracht aangepast voor werkgevers die over januari 2020 een nihil loonsom hadden, of geen loonsom hadden in januari 2020 en november 2019 (zie hierna onder Seizoenswerk/overname).

Correcties op de ingediende loonaangiften na 15 maart 2020 neemt het UWV niet mee.

Het aldus bepaalde bedrag van de loonsom per maand wordt vermenigvuldigd met drie en geeft dan de loonsom over de driemaandsperiode.

Als geen gegevens bekend zijn over zowel januari 2020 als november 2019 bestond aanvankelijk geen recht op de subsidie. Maar de NOW is met terugwerkende kracht aangepast voor werkgevers die over januari 2020 een nihil loonsom hadden, of geen loonsom hadden in januari 2020 en november 2019 (zie hierna onder Seizoenswerk/overname).

Opslag werkgeverslasten
Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Dit gebeurt via een forfaitaire opslag voor werkgeverslasten van 30% over de driemaandsperiode.

Naar rato omzetdaling
De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld (100% omzetdaling is 90% subsidie; 50% omzetdaling is 45% subsidie; minder dan 20% omzetdaling is 0% subsidie).

Meetperiode omzetdaling
De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een driemaandsperiode waarvan de startdatum valt op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier (afronden op een heel percentage naar boven). Met een meetperiode van drie maanden voor de omzetdaling wordt voorkomen dat een vrij beperkte en kortdurende daling van de omzet al in aanmerking komt voor een NOW-subsidie.

Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, moet de omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de startdatum tot 1 maart 2020 worden omgerekend naar een kwartaalbedrag. Dit geldt met terugwerkende kracht (maar alleen op verzoek) ook voor ondernemingen die voorafgaand aan de NOW (uiterlijk 1 februari 2020) een overname hebben gedaan en daardoor een vertekende omzet hebben.

Omzetdaling bij concerns
Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de omzetdaling op het niveau van de natuurlijke persoon of rechtspersoon.

Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen gold aanvankelijk de omzetdaling op concernniveau. Heeft een concern als geheel minder dan 20% omzetverlies, dan kregen de afzonderlijke stilliggende onderdelen van dat concern geen tegemoetkoming. Ook buitenlandse rechtspersonen en vennootschappen met loon in Nederland tellen mee.

Maar het kabinet heeft besloten de concernbepaling aan te passen, in het belang van behoud van werkgelegenheid. Concerns met minder dan 20% omzetverlies kunnen van een afwijkingsmogelijkheid gebruik maken. Daardoor kunnen zij toch voor individuele werkmaatschappijen NOW-subsidie aanvragen, op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij. Voor concerns die wel een omzetdaling van minimaal 20% hebben geldt de afwijkingsmogelijkheid niet.

Aan de afwijkingsmogelijkheid voor concerns worden de volgende extra voorwaarden verbonden:

  • De werkmaatschappij moet als onderdeel van het concern een eigen rechtspersoonlijkheid hebben.
  • Het concern moet voordat de NOW-subsidie wordt aangevraagd verklaren over 2020 geen dividend aan aandeelhouders en bonussen of winstdeling aan de Raad van Bestuur en directie uit te keren of eigen aandelen terug te kopen tot en met de datum van de aandeelhoudersvergadering in 2021 waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld. Er geldt een uitzondering als op basis van afspraken met de Belastingdienst of wettelijke bepalingen dividend moet worden uitgekeerd. Wordt toch in strijd met de verklaring gehandeld, dan betekent dat automatisch dat de NOW-subsidie op nihil wordt gesteld.
  • De werkmaatschappij (de werkgever) moet voordat hij de NOW-subsidie aanvraagt een schriftelijke overeenkomst met de betrokken vakbonden of (bij minder dan 20 werknemers) met de personeelsvertegenwoordiging hebben over werkbehoud bij de werkmaatschappij.
  • De werkmaatschappij mag niet als personeels-BV binnen het concern fungeren.
  • Er mag binnen het concern niet geschoven worden met omzet of personeel en de omzet moet met consequente toepassing van waarderingsregels, interne verrekenprijzen en mutaties in de voorraad gereed product worden vastgesteld. Dit alles om te voorkomen dat de NOW-subsidie doelbewust wordt gemaximaliseerd. Als dat toch gebeurt moet de omzetdaling daarvoor worden gecorrigeerd. Bij de definitieve subsidievaststelling moet de werkgever hierover stukken aanleveren.
  • Een accountant moet controleren en verklaren dat aan al deze extra voorwaarden is voldaan. In de nog uit te werken accountantsstandaarden wordt dit nog nader gedefinieerd.

Als bij de definitieve vaststelling van de NOW-subsidie blijkt dat in strijd met deze voorwaarden is gehandeld, dan wordt de NOW-subsidie op nihil vastgesteld.

Op 7 september 2020 maakte het kabinet bekend dat de afwijkingsmogelijkheid voor concerns alsnog ook gaat gelden voor bedrijven die al in maart of april 2020 een aanvraag voor de NOW hadden ingediend, voordat deze afwijkingsmogelijkheid bekend werd gemaakt. Dit is van belang voor bedrijven die zich niet gerealiseerd hebben dat zij onderdeel zijn van een concern volgens de definitie van de NOW. Denk aan Nederlandse bedrijven betreft die via een internationale structuur met elkaar verbonden zijn, maar verder niets met elkaar te maken hebben of participatiemaatschappijen. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling kan dan alsnog voor de afwijkingsmogelijkheid voor concerns worden gekozen, zodat het voorschot op de NOW-subsidie niet hoeft te worden terugbetaald. Voorwaarde blijft wel dat het concern als geheel geen 20% omzetverlies heeft. Aan de extra voorwaarden rond de verklaring over het dividend- en bonusverbod en de overeenkomst over werkbehoud hoeft pas op het moment van de aanvraag tot subsidievaststelling te zijn voldaan.

Begrip omzet
De NOW-regeling verstaat onder omzet de netto-omzet, zoals deze in de jaarrekening van een rechtspersoon (zoals een NV, BV, stichting) of in de winstaangifte voor de inkomstenbelasting wordt berekend. Ook omzet die gewoonlijk met een andere term uit de normale uitvoering van de activiteiten van de werkgever wordt gerealiseerd, valt onder het begrip omzet. Denk aan termen als baten, uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten, bijdragen van overheidsinstellingen, giften of declaraties. Ook de correctie onderhanden werk is omzet.

Subsidies die de ondernemer wegens de coronacrisis ontvangt, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten, telt als omzet mee.

In het kader van de NOW regeling telt de NOW subsidie niet mee. Dit is een loonkosten subsidie. Als deze mee zou tellen, zou dit leiden tot een cirkel redenering waar uiteindelijk de omzet minder dan 20% daalt. Verder wordt deze subsidie niet verkregen uit de reguliere activiteiten (zie artikel 1 lid 2 van de regeling).

Aanvraag voorschot 80%
De werkgever kan eenmaal per loonheffingennummer een subsidieaanvraag indienen, alleen elektronisch via de website van het UWV (www.uwv.nl). De aanvraag kan worden ingediend tot en met 5 juni 2020. Aanvankelijk sloot de aanvraagtermijn op 31 mei 2020, maar door enkele verruimingen in de regeling is ook deze datum verschoven. Voor de aanvraag is geen eHerkenning of andere vorm van authenticatie en autorisatie nodig. De aanvraag geschiedt met het loonheffingennummer.

Bij de aanvraag dient de werkgever, naast het opgeven van gegevens als bedrijfsnaam en loonheffingennummer, de volgende stappen te doorlopen:

  • De werkgever vraagt subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei 2020 wegens een terugval in omzet van meer dan 20%.
  • Als de werkgever verwacht dat het effect van de crisis of calamiteit pas met vertraging in de omzetcijfers zichtbaar wordt, kan hij aangeven dat hij de meetperiode voor de omzetvergelijking niet op 1 maart, maar op 1 april of 1 mei wil laten aanvangen. De loonsom blijft ook in deze gevallen de loonsom van maart, april en mei 2020.
  • De werkgever noteert de verwachte omzet in de drie maanden van de gekozen meetperiode en vergelijkt deze met de totale omzet in 2019, gedeeld door vier, zodat beide cijfers zien op een omzet over drie maanden.
  • Op basis daarvan berekent de werkgever het omzetverlies in procenten. Dat percentage wordt op het aanvraagformulier ingevuld.

Sommige werkgevers hebben meerdere loonheffingennummers. Als deze werkgever voor zijn gehele loonsom in aanmerking wil komen voor subsidie, moet de werkgever per loonheffingennummer een aanvraag indienen. De werkgever dient wel de omzetdaling op te geven die hij voor de gehele onderneming verwacht; hij vult dus bij elke aanvraag dezelfde omzetdaling en dezelfde meetperiode in.

Bankrekening
Het bankrekeningnummer dat bij de aanvraag wordt opgegeven moet corresponderen met het in bij de Belastingdienst aan het loonheffingennummer gekoppelde bankrekeningnummer. Dat hoeft geen Nederlandse bankrekening te zijn, zolang het maar wel een SEPA-bankrekeningnummer is. De eis dat het om een Nederlandse bankrekening moet gaan, is vervallen.

Uitbetaling voorschot
Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal het UWV een voorschot verlenen van 80% van de berekende NOW-subsidie. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. In de praktijk wordt ernaar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen twee tot vier weken.

Achteraf formele vaststelling NOW-subsidie
De werkgever moet na 6 oktober 2020 een formele vaststelling van de subsidie aanvragen. Hij heeft daarvoor dan 24 weken de tijd. Als een accountantsverklaring vereist is, is die termijn 38 weken. De aanvraag voor subsidievaststelling moet elektronisch via de website van het UWV worden ingediend.

De werkgever weet dan de werkelijke omzetdaling en het UWV kan de werkelijke loonsom per maand vaststellen, zodat de definitieve afrekening kan worden opgemaakt.

Werkelijke omzetdaling en accountantsverklaring/deskundigenverklaring
Bij de definitieve afrekening kan de meetperiode van de omzetdaling, die de werkgever bij de aanvraag van het voorschot heeft gekozen, niet meer worden aangepast. In beginsel moet de werkgever bij de werkelijke omzetdaling een accountantsverklaring of deskundigenverklaring voegen. Doet hij dat niet dan wordt de subsidie op nihil gesteld.

Niet altijd is een accountantsverklaring of deskundigenverklaring nodig.

Een accountantsverklaring is alleen verplicht als het ontvangen voorschot € 100.000 of meer is of als het vast te stellen subsidiebedrag € 125.000 of meer is. Als bij een voorschot lager dan € 100.000 naderhand blijkt dat de subsidie toch op een bedrag van € 125.000 of hoger zal worden vastgesteld, zal de werkgever verzocht worden om alsnog een accountantsverklaring in te leveren. De werkgever krijgt daarvoor 14 weken de tijd.

Een deskundigenverklaring is noodzakelijk als het ontvangen voorschot € 20.000 of meer is of als het vast te stellen subsidiebedrag € 25.000 of meer is. Zo’n deskundigenverklaring kan bijvoorbeeld door een administratiekantoor, financieel dienstverlener of brancheorganisatie worden afgegeven.

Bij deze bedragen wordt telkens uitgegaan van het subsidiebedrag dat toegekend wordt aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of het concern (en dus niet per loonheffingennummer).

Concerns die van de afwijkingsmogelijkheid voor concerns gebruik maken, moeten altijd een accountantsverklaring overleggen.

Omtrent de accountantsverklaring heeft het kabinet een accountantsprotocol vastgesteld. Op basis van dat protocol heeft de NBA twee standaarden opgesteld die accountants moeten toepassen bij de accountantscontrole. Afhankelijk van de omvang van het subsidiebedrag en of de onderneming vanwege haar omvang wel of niet een verplichte accountantscontrole heeft, is de controle door de accountant naar de rechtmatigheid van de NOW-subsidieaanvraag meer of minder omvangrijk en daarmee ook de accountantskosten voor de onderneming. In het protocol wordt ook aangegeven wat de gevolgen voor de subsidie zijn als de accountant met een niet-goedkeurende verklaring komt.

Voor de deskundigenverklaring maakt het kabinet binnenkort een formulier bekend dat de deskundige moet hanteren.

Werkelijke loonsom en correcties
Het UWV bepaalt bij de formele vaststelling van de subsidie opnieuw de loonsom per maand, met de methode zoals die is toegepast bij de aanvraag van het voorschot. Op die loonsom worden de volgende correcties toegepast:

  • WW-uitkeringen die het UWV aan de werkgever heeft uitbetaald en die in de loonsom zijn begrepen worden van de loonsom afgetrokken.
  • Uitbetaling vakantiebijslag wordt niet meegenomen in de vaststelling van de loonsom, tenzij de werkgever niet reserveert voor vakantiebijslag.
  • Als de werkgever niet reserveert voor vakantiebijslag, wordt de loonsom vermenigvuldigd met de factor 0,926 (100/108).
  • Op loonsom komt in mindering een extra periode salaris dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag is uitbetaald, zoals een dertiende maand. Het moet gaan om extra in de arbeidsovereenkomst overeengekomen loon dat naast het reguliere loon en vakantiebijslag wordt uitbetaald. Een eenmalige bonus of andere incidentele loonbetaling valt hier niet onder.
  • De maximering op € 9.538 per werknemer per maand vindt plaats na toepassing van de voorgaande correcties.

Na toepassing van deze correcties resulteert de gecorrigeerde loonsom per maand.

Als de werkelijke loonsom per maand over de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 lager is dan deze gecorrigeerde loonsom (x 3), wordt de subsidie verlaagd met 90% van dat verschil x 130%. Bij verlies aan werkgelegenheid (blijkend uit het verlies aan loonsom) wordt de subsidie dus lager vastgesteld, bij gelijkblijvend percentage omzetverlies. Is de lagere loonsom veroorzaakt door ontslag wegens bedrijfseconomische redenen, dan geldt zelfs een extra verlaging van de subsidie, in de vorm van een “boete” (zie hierna).

Een hogere loonsom leidt niet tot een hogere vaststelling van de subsidie.

Bij de vaststelling van de werkelijke loonsom neemt het UWV de gegevens uit de uiterlijk op 19 juli ingediende of gecorrigeerde loonaangiften. Voor zover van toepassing gelden weer de correcties, de aftopping op € 9.538 en de herleiding naar een maand bij andere aangiftetijdvakken.

Seizoenswerk/overname
De NOW hield oorspronkelijk geen rekening met seizoenspatronen, doordat het uitging van de maand januari 2020 in de berekeningen. Daardoor konden ondernemingen met een seizoenspiek niet in dezelfde mate van de NOW-subsidie gebruik maken als ondernemingen waar de loonkosten over het jaar minder fluctueren. De NOW 2.0 biedt hiervoor al gedeeltelijk een oplossing, door bij de berekening uit te gaan van de maand maart 2020.

Om seizoensbedrijven en hun werknemers verder tegemoet te komen, wordt de NOW 1.0 met terugwerkende kracht ook aangepast. De aanpassing is een extra compensatie voor werkgevers die wegens een seizoenspatroon of andere redenen een te lage, niet-representatieve loonsom in januari 2020 hadden ten opzichte van de subsidieperiode maart tot en met mei 2020.

De aanpassing geldt ook voor werkgevers die in januari 2020 een nihilloonsom of in januari 2020 en november 2019 helemaal geen loonsom hadden. Het UWV gaat in voorkomend geval deze werkgevers benaderen, als zij eerder een afwijzende beschikking hebben ontvangen.

De aanpassing werkt als volgt: als de loonsom van maart tot en met mei 2020 hoger is dan de loonsom van 3x januari 2020, wordt de loonsom van die drie maanden bij de vaststelling van de NOW-subsidie als uitgangspunt genomen. Hiermee gaat het totale subsidiebedrag voor de werkgever omhoog. De loonsommen van april en mei 2020 worden wel gemaximeerd op de loonsom van maart 2020. De loonsom van maart 2020 wordt gebaseerd op de uiterlijk 15 mei 2020 ingediende loonaangifte. De loonsom van april en mei 2020 op de uiterlijk 19 juli 2020 ingediende loonaangifte.  Bij een aangiftetijdvak van vier weken gelden de overeenkomstige aangiftetijdvakken.

Deze aanpassing leidt tot een aanvullende compensatie, maar pas op het moment van de formele vaststelling van de subsidie. Het berekening van het voorschot op de NOW blijft ongewijzigd (ook voor nieuwe gevallen). Uitbetaling van de aanvullende compensatie vindt dus plaats na afloop van de subsidieperiode, maar niet eerder dan september 2020.

Het UWV past die aanvullende compensatie automatisch toe bij die werkgever voor wie dit voordelig uitpakt.

Als een onderneming een overname heeft gedaan, kan ook sprake zijn van een vertekend beeld in de loonsom. Ook dan geldt de aanvullende compensatie.

Beslistermijn
Binnen 52 weken na ontvangst van de formele subsidieaanvraag zal het UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan, na verrekening van het voorschot, sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering.

Extra verlaging bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen (“boete”)
Als een werkgever na 17 maart 2020 toch ontslag aanvraagt bij het UWV en die ontslagaanvraag niet binnen vijf werkdagen daarna weer intrekt, wordt bij de definitieve vaststelling van de subsidie een extra vermindering (“boete”) doorgevoerd ter grootte van 150% van de loonsom van die ontslagen werknemer (x 3 x 130% x 90%). Niet-naleving van de voorwaarde om geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aan te vragen heeft dus extra financiële gevolgen voor de definitieve hoogte van de subsidie.

Administratie- en informatieplicht
De werkgever moet een zodanig controleerbare administratie beheren dat achteraf gecontroleerd kan worden of de subsidie terecht is verstrekt. De werkgever moet desgevraagd, tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie, inzage verlenen in deze administratie. Ook heeft de werkgever de verplichting onmiddellijk melding te doen als duidelijk is dat hij niet langer aan de vereisten voor de NOW-subsidieverlening voldoet.

Verplichtingen werkgever
Een werkgever die NOW-subsidie toegekend heeft gekregen, moet zich aan de volgende verplichtingen en voorwaarden houden:

  • De loonsom zoveel mogelijk gelijk houden.
  • Na 17 maart 2020, gedurende het tijdvak van de NOW-subsidieverlening, geen verzoek om toestemming ontslag wegens bedrijfseconomische redenen indienen.
  • De NOW-subsidie uitsluitend aanwenden voor de betaling van de loonkosten.
  • De ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of de werknemers informeren over de subsidieverlening.
  • Voldoen aan de administratie- en informatieplicht.
  • Op de voorgeschreven wijze loonaangiften doen.
  • Opgave van de definitieve omzetdaling, eventueel met accountantsverklaring of dekundigenverklaring.

Openbaarmaking
De werkgever wordt geacht met het aanvragen van de NOW-subsidie in te stemmen dat zijn naam en vestigingsplaats, als ook het voorschot en de definitieve subsidie openbaar gemaakt worden. Het UWV heeft daartoe op de website een register NOW gepubliceerd.

Opschorting/terugvordering
Het UWV mag de betaling van het NOW-voorschot opschorten, als sprake is van een ernstig vermoeden dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan en kan een reeds verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen, als niet aan verplichtingen en voorwaarden is voldaan.

Wtv-regeling
De NOW is de opvolger van de ingetrokken beleidsregel werktijdverkorting (wtv-regeling). Met de NOW kunnen meer en sneller werkgevers financieel tegemoet worden gekomen dan binnen de ingetrokken wtv-regeling. Bovendien is het aanvraagproces door loskoppeling van de WW sterk vereenvoudigd, en worden geen WW-rechten van werknemers opgesoupeerd.

Voor 17 maart 2020, 18.45 uur ingediende wtv-aanvragen worden beschouwd als ingediende aanvragen voor de NOW; wel zal aanvullende informatie opgevraagd worden bij de indieners.

Startdatum uitvoering NOW
Het UWV voert de regeling uit vanaf 6 april 2020.

Geen hardheidsclausule
De NOW kent geen hardheidsclausule. De NOW is een noodmaatregel die eenvoudig moet zijn voor het UWV om snel grote aantallen aanvragen te kunnen behandelen. Een hardheidsclausule brengt deze uitgangspunten in gevaar.

NOW 2.0 en NOW 3.0
De eerste tranche van de NOW (NOW 1.0) voorziet in eerste instantie in een subsidieverlening voor de loonkosten van maart, april en mei 2020. De tweede tranche van de NOW beslaat de loonkosten van juni, juli, augustus en september 2020 (NOW-2). De derde tranche van de NOW loopt van oktober 2020 tot en met juni 2021.

Bron: taxlive.nl en SRA