Borgstellingskrediet Landbouw (BL)

Bijgewerkt: 25-05-2020

Landbouw
De MKB-landbouwbedrijven die worden geraakt door de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus en daardoor in liquiditeitsproblemen komen, kunnen tijdelijk rekenen op een verruiming van de regeling Borgstelling Landbouwkredieten (BL). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit staat borg en banken kunnen hiermee enkele tientallen miljoenen werkkapitaal verstrekken. Vanaf 18 maart 2020 kunnen bedrijven gebruikmaken van deze extra module (BL-C), die voor de duur van een jaar is opengesteld.

Coronamodule
Deze verruiming betekent dat de Staat een hoger garantieaandeel aanbiedt. In de huidige regeling betreft het landbouwborgstellingskrediet in de meeste gevallen 66,6% van het krediet dat de financier (vaak een bank) verstrekt. De borg van de overheid bedraagt 70% van dit reguliere landbouwborgstellingskrediet. Er zijn daarbij wel een paar aparte voorzieningen voor starters en overnemers en landbouwinnovatie (BL plus) en het vermogensversterkend krediet. De tijdelijke verruiming is echter gericht op de reguliere landbouwborgstellingskredieten en houdt in dat de Staat voor 70% borg staat voor het gehele kredietbedrag dat door de financier wordt verstrekt. Dit is een verhoging van 50%.

Deze tijdelijke verruiming kan benut worden door MKB-landbouwbedrijven om bij een financier een overbruggingskrediet of verhoging rekeningcourantkrediet met een maximale looptijd van twee jaar te verkrijgen bij een financier. Ook een aantal overige voorwaarden is versoepeld. Dit helpt deze landbouwbedrijven om aan hun dagelijkse betaalverplichtingen te kunnen blijven voldoen.

Normaliter dient tegelijkertijd met een landbouwborgstellingskrediet een financieringsfaciliteit te worden verstrekt door de financier waarvoor de Staat niet borg of garant staat. Deze eis vervalt, wat als effect heeft dat de Staat voor deze vorm van financiering borg staat voor 70% van het kredietbedrag. Verder is rekening gehouden met de omstandigheid dat een MKB-landbouwondernemer mogelijk door al lopende landbouwborgstellingskredieten nu geen of minder landbouwborgstellingskrediet voor de hiervoor genoemde kortlopende kredieten voor liquiditeit of werkkapitaal zou kunnen krijgen. De aangepaste regeling voorziet in een verruiming van de toegestane cumulatie van reeds verstrekte landbouwborgstellingskredieten met maximaal € 300.000. Die verruiming heeft uitsluitend betrekking op landbouwborgstellingskredieten voor die kortlopende kredieten.

De verplichting aan de banken om een persoonlijke borgstelling te vragen voor het krediet is verlaagd van 25% naar 10%. Daarnaast wordt niet de eis gesteld dat er een tekort is aan zekerheden. Onder het reguliere regime is de looptijd van het bedrijfsborgstellingskrediet maximaal zes jaar. Voor het nieuwe landbouwborgstellingskrediet wegens de coronacrisis is de duur maximaal vier jaar.

De provisie is verlaagd van 3% naar 1,5% bij een looptijd van maximaal twee jaar en 2,25% bij een looptijd tussen twee en vier jaar. Voor een starter of overnemer is de provisie verlaagd van 1% naar 0,5% bij een looptijd van maximaal twee jaar en 0,75% bij een looptijd tussen twee en vier jaar.

Financiers hebben ook meer vrijheid in het maken van een afspraken over het aflossingsregime. De aflossingen moeten uiterlijk op de eerste dag van het negende kalenderkwartaal na de start van het landbouwborgstellingskrediet beginnen.

Visserij en aquacultuur
De tijdelijke verruiming van de BL met de BL-C staat vanaf 18 maart 2020 ook open voor de visserij- en aquacultuursector. Deze tijdelijke verruiming naar de visserij- en aquacultuursector komt per 1 april 2021 weer te vervallen.

Bron: taxlive.nl