Category Archives: Nieuws

MKB Nieuwsbrief juni 2022

Mocht u na het lezen van de tips vragen hebben, neem dan contact op
met Londen & Van Holland. Uw contactpersoon helpt u graag verder.

Bel 020-4307400 of mail ons vrijblijvend: info@londenholland.nl
Veel plezier bij het lezen van onze nieuwsbrief.

Indeling:

  1. Het mkb staat voor grote uitdagingen
  2. Hoge Raad: geen rechtsherstel box 3 voor te late bezwaarmakers
  3. Voorjaarsnota: wat zijn de fiscale gevolgen?
  4. Nieuwe Wet betaald ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022
  5. Nieuwsberichten

Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met maandag 13 juni 2022, 20:00 uur.

Disclaimer
Bij de samenstelling van deze MKB-Nieuwsbrief is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Maar terwijl we aan het schrijven zijn, kunnen er vanuit de overheid nieuwe aanvullingen of verbeteringen van de steunmaatregelen inzake corona komen. We houden u op de hoogte.

Special Eindejaarstips 2021

Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Zijn er voor de dga belangrijke aandachtspunten waarop u moet anticiperen? Op welke zaken moet u zich als werkgever voorbereiden op het nieuwe jaar?

In de Special Eindejaarstips hebben wij zo veel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het kabinet voor volgend jaar. Daarnaast hebben we ook enkele tips rondom coronamaatregelen opgenomen.

Let op!
Een aantal van de plannen van het kabinet is nog niet definitief. Deze moeten nog door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Welke dat zijn, kunnen wij u uiteraard vertellen. In overleg bekijken we of het verstandig is wel of geen stappen te zetten.

De tips zijn onderverdeeld in zeven categorieën:

  1. Tips voor alle belastingplichtigen
  2. Tips voor ondernemers in de inkomstenbelasting
  3. Tips voor de bv en de dga
  4. Tips voor werkgevers
  5. Tips voor de automobilist
  6. Tips voor de woningeigenaar
  7. Tips inzake de btw

Disclaimer
Bij de samenstelling van deze update van de Eindejaarstips 2021 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

Special Miljoenennota 2021

Inleiding
Het kabinet presenteerde op deze aangepaste Prinsjesdag de Miljoenennota 2021 en het Belastingplan 2021. De maatregelen in het Belastingplan 2021 zijn sterk beïnvloed door de coronacrisis.

Dit document bevat voorstellen van het kabinet die de komende periode in het parlement worden behandeld. De voorgestelde maatregelen treden per 1 januari 2021 in werking, tenzij anders is vermeld.

  1. Tarieven
  2. Onroerend goed
  3. Ondernemers en ondernemingen
  4. Internationaal
  5. Vervoer en verduurzaming
  6. Vastlegging coronasteunmaatregelen
  7. Overige en eerder aangekondigde maatregelen

Wat miste er in de belastingplannen?
Voor een aantal onderwerpen ontbraken er ook diverse wetvoorstellen. Bijvoorbeeld voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt om de huidige wet DBA te vervangen. In het voorjaar wordt nog een aantal wetsvoorstellen verwacht!

Bij de samenstelling van de teksten is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.

Wetsvoorstel Trust-register

Op 17 april jl. is ter consultatie het wetsvoorstel gepubliceerd voor de invoering van een Nederlands Trust-register. De consultatie sluit op 15 mei a.s.. De aanbieding aan de Tweede Kamer staat gepland voor na de zomer.

Het Trust-register beoogt inzicht te verschaffen in de uiteindelijk belanghebbende(n) (de ‘UBO’) van trusts en zogenaamde “trust-achtigen”. Het Trust-register vertoont de nodige overeenkomsten met het UBO-register.*

Hoofdpunten consultatiedocument trustregister

  • Het Trust-register gaat gelden voor trusts en trust-achtigen waarvan de beheerder/trustee
    • in Nederland woont of is gevestigd;
    • buiten de EU woont of is gevestigd, maar namens de trust(achtige) in Nederland onroerend goed verwerft of een zakelijke relatie aangaat.
  • Het Nederlandse fonds voor gemene rekening (zowel “open” als “besloten”) valt als trust-achtige onder het Trust-register.
  • Een beneficiary van een trust of een participant in een fonds voor gemene rekening kwalificeert als UBO, ongeacht de omvang van het gehouden “belang”.
  • De openbare UBO-informatie betreft de naam, nationaliteit, woonstaat, geboortejaar/geboortemaand.
  • Afscherming van informatie kan alleen indien de UBO minderjarig is of anderszins handelingsonbekwaam of van overheidswege wordt beveiligd.

Voorlopige conclusies

  • Het trustregister wordt grotendeels openbaar (net als het UBO-register).
  • Met name UBO’s van Nederlandse fondsen voor gemene rekening (waaronder vbi’s) lijken te worden geraakt door het trustregister, ongeacht of deze fondsen “open” of “besloten” zijn.
  • Opvallend is dat waar het UBO-register pas van een UBO spreekt bij een belang van meer dan 25%, het trustregister hiervoor géén ondergrens hanteert.
  • Omdat een commanditaire vennootschap (CV) onder het UBO-register valt, lijkt deze de privacy voor “UBO’s tot 25%” beter te waarborgen dan een fonds voor gemene rekening.
  • De “omzetting” van een fonds voor gemene rekening naar een CV kan veelal fiscaal neutraal plaatsvinden, tenzij deze bijvoorbeeld de VBI-status heeft of vastgoed houdt.

Heeft u vragen over het trustregister, neem dan gerust contact met ons op,

* Hierover informeerden wij u in ons nieuwsbericht d.d. 8 april 2019 “Voorlopige conclusies Wetsvoorstel UBO-register”.

Gevolgen van het coronavirus

De gevolgen van het coronavirus hebben ongetwijfeld gevolgen voor u en uw onderneming. De exacte impact hiervan laat zich op dit moment moeilijk voorspellen. Vanuit een fiscaal, juridisch en financieel oogpunt brengen wij echter graag het volgende onder uw aandacht zodat u optimaal bent voorbereid:

Uitstel van betaling voor belastingen:  U of uw adviseur kan de Belastingdienst uitstel van betaling vragen voor de verschuldigde BTW, loonheffingen, inkomsten- en vennootschapsbelasting. Deze aanvraag dient gemotiveerd te gebeuren. Met dit verzoek stuurt u of uw adviseur een verklaring van een derde deskundige mee. Uit deze verklaring moet blijken dat:

  • Sprake is van werkelijk bestaande, acute betalingsproblemen (en niet om bijvoorbeeld betalingsproblemen die in de toekomst zullen ontstaan).
  • Betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn.
  • De klant de betalingsproblemen vóór een bepaald tijdstip oplost.
  • De onderneming levensvatbaar is.

Een derde deskundige kan een externe consultant, een externe financier, een brancheorganisatie, een accountant of financieel adviseur zijn. Indien het verzoek wordt gehonoreerd zal de invordering van belasting worden stopgezet en kan er een betalingsregeling onder de gebruikelijke voorwaarden worden afgesproken. De Belastingdienst komt ondernemers verder tegemoet door een verzuimboete voor het niet (tijdig) betalen achterwege te laten of terug te draaien.

Aanpassen van voorlopige aanslagen voor het lopende boekjaar: Voor de vennootschaps- en inkomstenbelasting kunt u verzoeken om de voorlopige aanslagen voor het lopende boekjaar aan te laten passen op basis van actuele resultaatprognoses.

Voorlopige verliesverrekening: U hoeft niet te wachten tot uw aangifte over het verliesjaar is afgehandeld door de Belastingdienst om een teruggaaf van vennootschaps- en inkomstenbelasting te ontvangen. Er kan namelijk onder voorwaarden een verzoek gedaan worden voor een voorlopige verliesverrekening. Dit voorlopige verlies kan dan voor 80% worden verrekend met de aanslag over het jaar dat definitief vaststaat.

BTW: Als u per maand of kwartaal BTW aangifte doet, moet u het BTW bedrag binnen een maand na afloop van het aangiftetijdvak betaald hebben aan de Belastingdienst, ongeacht of u het bedrag ook daadwerkelijk hebt ontvangen van uw cliënt. Het kan dus zijn dat u de BTW moet voorfinancieren. Dit kan u (deels) voorkomen door in het begin van het tijdvak te factureren in plaats van in het einde van het tijdvak.

Oninbare facturen: U kunt BTW terugvragen zodra het zeker is dat uw vordering (gedeeltelijk) oninbaar is. De vordering wordt in ieder geval als oninbaar aangemerkt uiterlijk 1 jaar na het verstrijken van de uiterste betaaldatum die tussen u en uw klant is overeengekomen.

Schenkingen: Mocht u in de toekomst een schenking van bijvoorbeeld een aandelenportefeuille overwegen dan kan de huidige waardering daarvan in combinatie met uw toekomstverwachtingen reden zijn om de voorgenomen schenking eerder te doen dan wel uit te stellen ter besparing van schenk- en erfbelasting.

Werktijdverkorting: Voor werktijdverkorting is een aparte vergunning nodig. Deze vergunning dient bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te worden aangevraagd. Om voor een vergunning in aanmerking te komen dient een werkgever aan te tonen getroffen te zijn door een bijzondere situatie die niet onder het normale ondernemersrisico valt en dient de werkgever tevens aan te tonen dat hij/zij tenminste 20% minder werk verwacht voor een periode van minimaal 2 tot maximaal 24 kalenderweken. Een vergunning geldt voor maximaal 6 weken, maar er kan verlenging van de vergunning worden gevraagd. Na ontvangst van de vergunning van het SZW dient dit bij het UWV te worden gemeld en dient er voor de werknemer(s) een WW-uitkering te worden aangevraagd. Het UWV betaalt de WW uitkering aan de werkgever en vergoedt achteraf dan de uren dat de werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode aan de werkgever. Het UWV vergoedt aan de werkgever gedurende de eerste 2 maanden 75% van het salaris en de maanden daarna 70%. Deze vergoeding is een compensatie voor de werkgever en de werknemer zal dus voor het deel van de werktijdverkorting een lager salaris ontvangen. Uiteraard kunnen werkgevers ook besluiten om vrijwillig het gehele salaris door te betalen of zijn zij daar volgens cao of arbeidsvoorwaarden toe verplicht.

Verruiming van de borgstelling MKB-kredieten (BMKB): Bedrijven in het mkb met liquiditeitsproblemen door de gevolgen van het coronavirus, kunnen tijdelijk rekenen op extra gunstige voorwaarden onder de BMKB. Een nieuwe tijdelijke maatregel verhoogt de omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB van 50% naar 75%. De maatregel is bestemd voor overbruggingskrediet of verhoging van het rekening courant-krediet bij een financier (vaak een bank), met een maximale looptijd tot 2 jaar. Ook een aantal overige voorwaarden in de BMKB zal worden versoepeld. U kunt zich vanaf maandag 16 maart 2020 melden bij uw kredietverstrekker om voor de regeling in aanmerking te komen.

Indien u meer informatie wenst, helpen wij en/of onze bedrijfsjuristen u graag verder. Wij zijn voor u gedurende deze periode telefonisch of per e-mail bereikbaar.

Voorlopige conclusies wetvoorstel UBO-Register

Op 4 april jl. is het wetsvoorstel gepubliceerd voor de invoering van het UBO-register per 1 januari 2020. Hieronder sommen wij (i) de hoofdlijnen en (ii) onze voorlopige conclusies kort op.

  • Hoofdlijnen
    UBO is de uiteindelijke belanghebbende. Hij/zij houdt meer dan 25% in een rechtspersoon of onderneming of heeft meer dan 25% zeggenschap in deze rechtspersoon of onderneming.
  • Als er geen “echte” UBO is, wordt een “pseudo” UBO aangewezen. Dit zal in de regel een statutaire bestuurder zijn.
  • De rechtspersonen die een UBO kunnen hebben, zijn de in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (“KvK”) opgenomen rechtspersonen, zoals de BV, NV en de Stichting (inclusief ANBI’s). Van publiekrechtelijke rechtspersonen, kerkgenootschappen, historische rechtspersonen (zoals hofjes, gilden) hoeven de UBO’s niet te worden geregistreerd. Dit geldt eveneens voor naar buitenlands recht opgerichte rechtspersonen.
  • De ondernemingen die een UBO kunnen hebben, zijn de in het handelsregister van de KvK opgenomen ondernemingen zoals de Vof, de Maatschap en de Commanditaire vennootschap. De eenmanszaak hoeft geen UBO te registeren. Dit geldt eveneens voor open fondsen voor gemene rekening, maar dit zal op basis van de toelichting bij het wetsvoorstel van korte duur zijn.
  • De naam, nationaliteit, woonstaat, geboortejaar/geboortemaand en aard en omvang van het belang van de UBO worden openbaar.

Voorlopige conclusies

  • Daar waar thans uitsluitend 100% aandelenbelangen zichtbaar zijn in het handelsregister zal dat in de nieuwe situatie al bij 25% het geval zijn (mogelijk wordt dit in de toekomst nog verlaagd tot 10%);
  • Structuren waarbij ter waarborging van anonimiteit 100% aandeelhoudersrelaties juridisch zijn doorbroken (via bijvoorbeeld een Stak) verliezen hun werking.
  • Voor aanvullende privacy lijkt te kunnen worden uitgeweken naar buitenlandse rechtsvormen, waarvan het bestuur in Nederland (door de UBO zelf) kan worden gevoerd.
  • Bestaande privacy-structuren met (bijvoorbeeld) een commanditaire vennootschap (“CV”) als tophoudster blijven naar onze mening overeind staan. Deze structuur blijft ook in de toekomst onverkort geschikt om vermogen buiten het zicht van derden te houden. Een derde kan na de invoering van het UBO-register namelijk uitsluitend het percentage van de commandiet in het kapitaal van de CV zien. De aard en omvang van het in de CV zelf aangehouden vermogen kan evenwel niet worden achterhaald. Dat ook een open fonds voor gemene rekening haar UBO’s zal moeten gaan melden, lijkt een kwestie van tijd.

Heeft u vragen over het UBO-register? Neem gerust contact met ons op.

Wetsvoorstel (“ter consultatie”) maatregel excessief lenen DGA bij de B.V.

Op Prinsjesdag is een maatregel aangekondigd om zogenaamd “excessief lenen” bij de BV tegen te gaan. Inmiddels heeft dit zich vertaald naar een wetsvoorstel “ter consultatie”.

Essentie

In essentie komt het erop neer dat een aanmerkelijkbelanghouder -dat is iemand die kort gezegd ten minste 5% belang heeft in een vennootschap- met ingang van het jaar 2022 maximaal EUR 500k schuld mag hebben bij zijn vennootschap. Het surplus (boven het bedrag van EUR 500k) wordt gezien als een fictieve dividenduitkering en zal acuut zijn belast met box-2 belasting (het box-2 tarief zal dan 26,9% bedragen). Benadrukt zij dat de grens van EUR 500k geen “safe harbour” is. Dit betekent dat ook ten aanzien van leningen tot een bedrag van EUR 500k moet worden getoetst of deze “zakelijk” zijn. Kort gezegd moeten de vennootschap en zijn aandeelhouder(s) met elkaar handelen alsof zij onafhankelijke partijen van elkaar zijn.

Uitzondering eigen woning schuld

De (box-1) schuld die een aanmerkelijkbelanghouder heeft bij zijn vennootschap voor de eigen woning valt buiten het bereik van de maatregel. Het is een DGA dus toegestaan om een schuld van bijvoorbeeld EUR 1 miljoen te hebben aan zijn vennootschap ten behoeve van de eigen woning.

Alle andere schulden zullen evenwel onder de maatregel vallen. Hierbij is het volstrekt irrelevant of sprake is van ongedekte consumptieve rekeningcourant-schulden of van schulden waar deugdelijke zekerheidsrechten tegen over staan. Dit betekent concreet dat een DGA die bijvoorbeeld EUR 1 miljoen bij zijn vennootschap heeft geleend voor de aankoop van beleggingspand, voor EUR 500k zal worden aangeslagen in box-2 (zelfs al beschikt de vennootschap over zekerheidsrechten van de hoogste orde).

Constructiebestrijding

In het wetsvoorstel is een aantal additionele maatregelen opgenomen die als doel hebben om “kunstmatige constructies” te bestrijden. Zo geldt de maatregel tegen “excessief lenen” ook voor de bloed- en aanverwanten van de DGA en van zijn partner in rechte lijn (ouders, (klein)kinderen etc.). Dit betekent bijvoorbeeld dat ook een kind van de DGA maximaal “ongestraft” EUR 500k mag lenen bij de vennootschap van zijn ouders (verondersteld dat sprake is van zakelijke condities). Ook zal de maatregel tegen “excessief lenen” doel treffen als leningen via een kunstmatige “constructie/omweg” worden opgenomen. Als bijvoorbeeld de buurman van de DGA inleent van de BV van de DGA en dit bedrag één op één doorleent aan de DGA, wordt deze onzakelijke omweg genegeerd.

Follow up

Hoewel zuiver bekeken op dit moment nog “slechts” sprake is van een wetsvoorstel, gaan wij ervan uit dat het onverkort van kracht zal zijn met ingang van 2022. Wij verwachten dat de wetgever de komende maanden gaat gebruiken voor fine tuning van het wetsvoorstel en om “open eindjes” te dichten. Het definitieve wetsvoorstel verwachten wij rond de zomer van 2019. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Hoewel 2022 nog ver weg lijkt, strekt het tot aanbeveling om nu al na te denken over positie(s). Wij zien een aantal mogelijkheden om aan de impact van de maatregel te ontsnappen. Deze bespreken wij graag met u. Neemt u gerust contact met ons op.

Estate Planning

In onze fiscale adviespraktijk rijst voor internationale echtparen regelmatig de vraag welk huwelijksvermogensrecht op hen van toepassing is. Bijvoorbeeld als ze in Nederland zijn getrouwd, maar daarna in het buitenland zijn gaan wonen of als ze in het buitenland zijn getrouwd. Het toepasselijke huwelijksvermogensrecht bepaalt welk vermogen van wie is en vormt dus een belangrijke basis onder een fiscaal advies, zoals op het vlak van ‘estate planning’.

Op 29 januari a.s. treedt de zogenaamde Europese huwelijksvermogensrechtverordening in 18 Europese lidstaten in werking (waaronder België, Duitsland, Spanje, Frankrijk en Nederland). Dat leidt ertoe dat de vraag welk huwelijksvermogensrecht van toepassing is voor alle huwelijken die vanaf 29 januari 2019 worden gesloten op dezelfde wijze wordt beantwoord door de aangesloten lidstaten. Kort gezegd wordt in eerste instantie aangeknoopt bij het recht van de eerste gewone verblijfplaats van de echtgenoten.

De huwelijksvermogensrechtverordening maakt het bepalen van het toepasselijke huwelijksvermogensrecht iets eenvoudiger en dat is prettig. Het is jammer dat niet alle Europese lidstaten aan de verordening deelnemen. In de niet-deelnemende lidstaten en buiten Europa blijven internationale estate planningsvraagstukken onverminderd complex.

Heeft u hier vragen over? Neem dan contact op met Hedwig van der Weerd of Lisa Roos.

Tips voor de woningeigenaar

Verkoop uw eigen woning slim rondom de jaarwisseling
Heeft u uw eigen woning verkocht en staat de overdracht gepland rondom de jaarwisseling? Plan de overdracht bij de notaris dan fiscaal slim. Verkoopt u uw eigen woning en behaalt u daarbij een winst? Dan kan het financieel nadelig zijn wanneer de overdracht bij de notaris voor 1 januari plaatsvindt. Als u de winst dan niet direct gebruikt voor de aankoop van een nieuwe eigen woning, valt deze winst namelijk per 1 januari 2016 in de heffing van box 3. U kunt de belastingheffing in box 3 eenvoudig voorkomen door de overdracht te verplaatsen naar bijvoorbeeld 4 januari 2016. Tip: Plan de overdracht van uw eigen woning net na de jaarwisseling. U bespaart daar mogelijk box 3-heffing mee. Draagt u uw eigen woning bij de notaris over voor 1 januari en wendt u de winst nog voor 1 januari aan voor de koop van een nieuwe eigen woning bij de notaris? Dan valt de winst op de verkoop van de eigen woning niet in box 3.

Koop uw eigen woning slim rondom de jaarwisseling
Heeft u een eigen woning gekocht en staat de overdracht gepland rondom de jaarwisseling? Plan de overdracht bij de notaris dan fiscaal slim. Koopt u een eigen woning en betaalt u deze aankoop (gedeeltelijk) met eigen geld? Dan kan het financieel nadelig zijn wanneer de overdracht bij de notaris na 1 januari plaatsvindt. Het eigen geld behoort dan namelijk per 1 januari 2016 nog tot uw vermogen in box 3. U kunt de belastingheffing in box 3 eenvoudig voorkomen door de overdracht te verplaatsen naar bijvoorbeeld 30 december 2015.

Let op! Het schuiven met de datum is niet altijd eenvoudig omdat uw koper (of bij koop uw verkoper) een ander belang kan hebben.

Wacht met schenken voor de eigen woning
Wilt u uw zoon, dochter of iemand anders een bedrag schenken voor de eigen woning, wacht dan nog even. De Tweede en Eerste Kamer moeten nog instemmen, maar de plannen zijn er al. Vanaf 2017 kunt u gebruikmaken van de verhoogde en verruimde vrijstelling voor een eenmalige schenking voor de eigen woning. De vrijstelling wordt dan structureel verhoogd van € 53.016 (bedrag 2016) naar € 100.000. Daarnaast komt de beperking te vervallen dat de schenking moet zijn gedaan van een ouder aan een kind, waardoor er ook buiten de gezinssituatie gebruik kan worden gemaakt van de vrijstelling. Wel blijft de beperking van kracht dat de begunstigde tussen 18 en 40 jaar moet zijn.

Let op! De verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is eenmalig. De verkrijger kan hier eenmaal per schenker gebruik van maken. Heeft u als schenker ten aanzien van dezelfde verkrijger in 2013 of 2014 al gebruikgemaakt van de toenmalige vrijstelling van € 100.000, dan is dit vanaf 2017 niet meer mogelijk. Schenkt u aan uw zoon of dochter in 2015 of 2016 eenmalig een bedrag voor de eigen woning (maximaal € 52.752 respectievelijk € 53.016), dan mag u dit bedrag in 2017 of 2018 nog aanvullen tot € 100.000.

Tip: Degene die de schenking ontvangt, moet deze gebruiken voor de eigen woning. Het gaat om de verwerving of verbouwing van een eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning en de aflossing van de eigenwoningschuld of de restschuld na verkoop van de eigen woning.

Breng uw rente op restschuld in aftrek
Verkoopt u uw woning en blijft u met een restschuld zitten? Dan kunt u de rente op de restschuld in aftrek blijven brengen. Deze regeling geldt voor rente die u betaalt op een restschuld die is ontstaan tussen 29 oktober 2012 en 31 december 2017. De maximale periode voor aftrek van rente op restschulden bedraagt vijftien jaar.

Tip: Ontvangt u een schenking voor de eigen woning, dan mag u dit bedrag ook gebruiken om de restschuld mee af te lossen.

Dubbele woonlasten?
Maak gebruik van de verhuisregelingen Staat uw voormalige, leegstaande woning te koop of bent u nog niet verhuisd, maar heeft u al wel een nieuwe woning aangeschaft, dan heeft u gedurende het jaar waarin de woning leeg kwam te staan en de drie jaren daarna renteaftrek voor beide woningen. Staat uw voormalige eigen woning na de verhuur weer leeg, dan heeft u wederom recht op hypotheekrenteaftrek tot het einde van dezelfde driejaarstermijn van de verhuisregeling.

Let op! Eindigt de verhuurperiode van uw woning na deze driejaarstermijn, dan gaat uw woning bij aanvang van de verhuurperiode definitief over naar box 3.

Los een kleine hypotheek af
Heeft u nog maar een lage hypotheekschuld, dan kan het verstandig zijn om de hypotheek af te lossen. U hoeft namelijk geen eigenwoningforfait in aanmerking te nemen als u geen hypotheekrente in aftrek brengt. Vanaf het moment dat uw hypotheekrente net zo hoog of lager is dan uw eigenwoningforfait, lijkt aflossen daarom gunstig.

Let op! Als u uw vermogen in box 3 gebruikt voor aflossing van uw eigenwoningschuld, houd dan wel rekening met de vermindering van uw box 3 vermogen. Dit is uiteraard gunstig voor de te betalen belasting in box 3, maar kan vervelend uitpakken als u op een later moment andere bestedingsdoelen zou hebben voor dit vermogen.

Betaal uw hypotheekrente vooruit
Valt uw inkomen in 2016 in een lager tarief dan in 2015, dan is het mogelijk financieel aantrekkelijk om in 2015 uw hypotheekrente vooruit te betalen. Uw hypotheekrente wordt in 2015 dan nog afgetrokken tegen het hogere tarief. Let op! U mag maximaal de in 2015 vooruitbetaalde hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2016 in 2015 in aftrek brengen.

Tweeverdieners krijgen meer hypotheekruimte
Bent u van plan een huis te kopen en heeft u de financiering nog niet in orde? Dan is het misschien verstandig om nog even te wachten. Met ingang van 1 januari 2016 krijgen tweeverdieners namelijk de mogelijkheid om meer geld te lenen voor de aankoop van een huis. Het tweede salaris gaat dan voor 50% (in plaats van nu 33%) meetellen.

Tip: Ook in 2016 blijft het mogelijk tot € 9.000 meer te lenen voor de aankoop van een energiebesparende woning met energielabel A++. Voor een volkomen energieneutraal huis kan zelfs maximaal € 27.000 extra geleend worden.

Tips voor de automobilist

Investeer nog dit jaar in een milieuvriendelijke auto
Wilt u in een milieuvriendelijke nieuwe auto van de zaak gaan rijden? Schaf deze auto dan dit jaar nog aan. Auto’s met een CO2-uitstoot tot en met 50 gr/km hebben dan nog 60 maanden 7% bijtelling. Schaft u dezelfde auto aan in 2016, dan bedraagt de bijtelling gedurende 60 maanden 15%. Maar ook de iets minder zuinige auto met een CO2-uitstoot van 51 gr/km tot en met 82 gr/km zijn aantrekkelijker om in 2015 nog nieuw aan te schaffen. Bij aanschaf in 2015 geldt een bijtelling van 14% gedurende 60 maanden, terwijl bij aanschaf in 2016 de bijtelling 21% bedraagt gedurende 60 maanden. Heeft u een auto op het oog met een CO2-uitstoot van 83 gr/km tot en met 106 gr/km, dan zijn de verschillen minder groot: 20% bijtelling bij aanschaf in 2015 tegenover 21% bijtelling in 2016.

Tip: Plan de aanschaf van uw auto van de zaak slim. Aanschaf in december 2015 kan u een flinke bijtelling schelen ten opzichte van aanschaf in januari 2016.

Koop de auto met een CO2-uitstoot van 107 gr/km tot en met 110 gr/km in 2015 of 2017
Een nieuwe auto van de zaak met een CO2-uitstoot van 107 gr/km tot en met 110 gr/km valt bij aanschaf in 2015 gedurende 60 maanden in een bijtelling van 20%. Schaft u dezelfde auto in 2016 aan, dan bedraagt de bijtelling 25% gedurende 60 maanden, maar wacht u tot 2017, dan daalt de bijtelling weer naar 22% gedurende 60 maanden. Kunt u het nog volgen? Eén ding lijkt duidelijk. Aanschaf in 2016 lijkt voor uw bijtelling in ieder geval een onverstandige keus! Tip: Koop uw nieuwe auto van de zaak met een CO2-uitstoot van 107 gr/km tot en met 110 gr/km in 2015 of stel de aankoop uit naar 2017.

Vergeet geen milieu-investeringsaftrek aan te vragen voor uw milieuvriendelijke auto
Schaft u nog in 2015 een milieuvriendelijke auto aan, dan komt u mogelijk in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). De MIA geldt voor (semi)-elektrische auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gr/km. Er gelden verschillende aftrekpercentages en er zijn maxima gesteld aan de in aanmerking te nemen investeringsbedragen.

uitstoot

Let op! Dieselauto’s komen niet in aanmerking voor de MIA. Om in aanmerking te komen voor de MIA, moet u uw investering melden bij RVO.nl binnen drie maanden nadat u de investeringsverplichting bent aangegaan. Bent u te laat, dan komt u niet meer in aanmerking voor de aftrek! Het is nog niet bekend of de MIA ook in 2016 geldt voor de milieuvriendelijke auto, omdat pas eind 2015 de nieuwe milieulijsten voor de MIA 2016 bekend worden gemaakt.

Tip: Wordt uw auto pas in 2016 geleverd maar bent u in 2015 de investeringsverplichting al aangegaan, meld uw investering dan binnen drie maanden na aangaan van de investeringsverplichting bij RVO.nl. Uw auto maakt dan nog gebruik van de MIA 2015. Meldt u zich te laat, dan komt u niet meer in aanmerking voor de MIA, ook niet voor de MIA 2016! Ook voor de oplaadpaal van de elektrische auto geldt in 2015 de MIA. Hierbij zijn geen nadere beperkingen gesteld met betrekking tot de brandstof van de hybride auto (diesel of benzine). Het aftrekpercentage voor de oplaadpaal bedraagt 36%. Daarnaast mag op deze laadpaal voor 75% willekeurig afgeschreven worden (VAMIL). Laadpalen waarvan de investeringskosten minder dan € 2.500 bedragen, komen niet in aanmerking voor de MIA/VAMIL.

Houd rekening met hogere motorrijtuigenbelasting
Rijdt u in een zuinige auto, dan betaalt u nu mogelijk geen motorrijtuigenbelasting. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gr/km geldt in 2015 een vrijstelling motorrijtuigenbelasting. Dit gaat in 2016 veranderen. Alleen voor personenauto’s zonder CO2-uitstoot geldt dan nog een vrijstelling motorrijtuigenbelasting. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 gram geldt in 2016 een halve vrijstelling motorrijtuigenbelasting.

Vooruitzichten voor de bijtelling auto van de zaak
Vanaf 2017 gaat het aantal bijtellingscategorieën omlaag. Het algemene bijtellingspercentage gaat in 2017 omlaag van 25 naar 22%. Voor de nulemissieauto (CO2-uitstoot 0) blijft een bijtelling gelden van 4% vanaf 2017. Vanaf 2019 geldt de 4%-bijtelling alleen voor de eerste € 50.000 van de cataloguswaarde; daarboven geldt een bijtelling van 22%. Schematisch ziet dit er als volgt uit:

Bijtelling

Let op! De bijtellingspercentages gelden alleen voor nieuwe auto’s die in het betreffende kalenderjaar voor het eerst op kenteken zijn gezet. Voor auto’s die in een ander kalenderjaar op kenteken zijn gezet, geldt gedurende 60 maanden het toentertijd geldende bijtellingspercentage.